dinsdag 29 november 2011

Promoveren

Een collega van mij promoveert momenteel. Hij werkt 4 dagen op kantoor, de vijfde op de universiteit. Soms hij een maand weg, dan zit hij die maand alleen maar op de universiteit. Zodanig dat hij op jaarbasis zo'n 60 % van de tijd werkt en 40 % van de tijd promoveert (afgezien van vakanties dan).
Het is een best leuke variatie in werkzaamheden. Een beetje studeren, een beetje praktisch bezig zijn. Ook het lesgeven lijkt me best interessant. Wat dat betreft zou ik best wel willen promoveren. Maar ik voel er weinig voor om een klein onderwerp te nemen en me daar helemaal in te verdiepen zodanig dat alle ins en outs daarvan ken. Ik zou een iets grootser project willen.
Zo bedacht ik mij vorige week wat mijn promotie-onderzoek zou moeten zijn. Ik zou één concept nemen in het fiscale recht en dat in zijn context plaatsen. Het voorbeeld wat ik bedacht was 'fraus legis', oftewel misbruik van recht. Ik zou dan onderzoeken hoe dat werkt in het Nederlandse rechtssysteem en in een paar andere rechtssystemen. Maar dan ook echt heel erg andere rechtsystemen. Ik dacht bijvoorbeeld aan het Romeinse recht, de Franse traditie, Nazi-Duitsland, post-communistisch Rusland / China, postkoloniaal India en een paar Zuid-Amerikaanse landen. Daarnaast pik ik gelijk de UK en de US even mee, maar dat doet iedereen.
Het eigenlijke punt van het promotieonderzoek zou niet slechts gaan over de vergelijking tussen de verschillende rechtssystemen, maar de centrale vraag: 'wat zeggen de algemene anti-misbruikbepalingen in het belastingrecht over de visie die er in een dergelijk land bestaan over de verhouding tussen burger en overheid'. Ik kan me voorstellen dat er in Nazi-Duitsland een stuk minder bezwaar tegen bestond om de burgers hard aan te pakken en hen rechtsbescherming te ontnemen dan bij ons. Maar om deze vraag te beantwoorden kun je niet volstaan met een kille beschrijving van de fiscale systemen. Je moet ook de rechtstheorie en de historie in. Zo komen filosofie, geschiedenis en fiscaal recht samen. Dat is best bijzonder. Misschien ben ik wel de enige die een dergelijk stuk zou kunnen schrijven.
Alleen is het maar de vraag of ik het wel zou kunnen schrijven. Zoals ik het hierboven schets, is veel te omvangrijk en veel te groot. Dat maakt niet uit. Dat daagt mij alleen maar uit. En wie weet zal ik in het proces het één en ander moeten laten vallen. Dat hindert niet. Dat is de natuurlijke vorm van een dergelijk project.
We zijn nu een week verder. Ik heb het met een aantal mensen erover gehad. Ik ben er enthousiast over geweest. Maar als ik nu terugkijk, doet het project me vrij weinig. Het is alweer een benoemd iets, niets revolutionairs meer. Het is een trucje, wat ik denk uit te kunnen voeren. Het is een project waarvan ik al een idee heb waar het ongeveer moet eindigen. Met andere woorden, het aanvankelijke enthousiasme is al flink getaand. Het zal er voorlopig wel niet van komen.

zondag 6 november 2011

Onvertaalbaar

Ze zeggen wel dat mensen die tweetalig opgroeien ook later een groot voordeel in het leven hebben. Dat voordeel bestaat erin dat zij al vanaf jonge leeftijd weten dat de wereld niet vanzelfsprekend op één manier in elkaar zit. Dat er meerdere manieren zijn om hier tegenaan te kijken. Want per taal wordt er verschillend naar de wereld gekeken. Dit zit niet in het verschil in woorden, maar in de manier waarmee er met concepten wordt omgegaan. In de vertaling gaan vaak nuances verloren. Sommige uitdrukking zijn zelfs totaal onvertaalbaar.
De meeste van ons (waaronder ook ikzelf) kregen deze ervaring pas later, toen ze een andere taal gingen leren. Wij kunnen ons verwonderen over het perspectief dat deze andere taal heeft. Maar omgekeerd verwonderen wij ons zelden tot nooit over het perspectief dat in het Nederlands verscholen ligt. Dat is omdat wij dit perspectief nog steeds als een vanzelfsprekendheid ervaren.
Toch heeft het Nederlands een aantal mooie uitdrukkingen, waarvan ik niet direct zou weten hoe ik die in een andere taal zou moeten zeggen. Neem nu de volgende passage:

Gisteravond ben ik in het Pakhuis verzeild geraakt. Dat ging echt helemaal nergens meer over. Nou ja, je komt nog eens ergens, zullen we maar zeggen. Ik probeerde gewoon mijn ding te doen, maar die jongens daar zaten zitten toch echt op een andere manier in de wedstrijd. Er kwam een kerel op mij af die echt de idioot ging uithangen. Ik trok hem echt heel slecht. Ik ben nog tien minuten gebleven en daarna vond ik het wel best verder. Een vriend van mij wilde het nog even aankijken, maar ik geloofde verder wel en heb er de brui aan gegeven.

Doet iemand een poging dit te vertalen?

P.S.: De eerste poging (door Google Translate) levert het volgende resultaat op:
"Last night I ended up in the warehouse. It was really do anything about it. Well, you come again sometime, shall we say. I just tried to do my thing, but there were guys who are really in a different way in the game. There was a guy approached me who the idiot really did hang. I pulled it really bad. I have ten minutes left and then I thought it best to continue. A friend of mine wanted a little look, but I believe more can and have given in the towel."

maandag 10 oktober 2011

Digitale camera's

Na 3,5 jaar trouwe dienst heeft mijn fotocamera het begeven. Ik had hem ooit gekocht voor mijn wereldreis en hij is bij elk belangrijk moment sindsdien aanwezig geweest. Je zou zeggen dat we toch een soort band hebben opgebouwd. Ik denk dat ik hem nog een weekje houd, misschien zelfs een maandje, maar dat hij dan in het grof vuil belandt. Het heeft weinig zin je te binden aan vergankelijke dingen.
Een paar weken was mij iets opgevallen. De foto's van mijn wereldreis pasten net aan op de 2 GB SD kaart. Een jaar na mijn wereldreis moest ik de laatste foto's van mijn wereldreis verwijderen. De laatste tijd kon mijn camera nog maximaal 3 maanden aan foto's aan. De opslagcapacitieit van mijn toestel was niet veranderd, ook de resolutie niet. Het enige wat veranderde in de tussenliggende periode was ikzelf. Ik nam gewoon veel meer foto's dan voorheen.
Daarin ben ik geen uitzondering. Waar het een jaar of 5 geleden makkelijk voorkwam dat er feestjes voorbij gingen zonder dat er foto's op internet verschenen, wordt tegenwoordig elk wissewasje gedocumenteerd. En wat gedocumenteerd wordt, wint gelijk aan waarde, ook in herinnering. Van feestjes waar aansprekende foto's zijn genomen neem ik een enkele foto op in mijn persoonlijke opslag. Het gevolg is dat ik die soms nog tegenkom en aan het feestje wordt herinnerd. Aan de vele feestjes die ongedocumenteerd voorbij zijn gegaan, word ik zelden tot nooit herinnerd, niet in beeld althans.
Je zou je kunnen afvragen hoe getrouw mijn herinnering is. Misschien zijn mijn goede herinneringen wel gekleurd door het feit dat er goede foto's zijn gemaakt. Dat zal ongetwijfeld zo zijn, maar het kan me niet zo veel schelen. Wat ik meer jammer vind, is dat er goede feestjes / gelegenheden zijn geweest die zonder foto's gepasseerd zijn. Ik noem er een paar.
- de avond op mijn studentenvereniging Cleo dat wij met 5 man besloten spontaan een fust te kopen, terwijl er maar 10 man in de bar waren;
- de Gebcie-overdracht 2005, waarbij ik mijn taak als hoofd tappers beëindigde en nog een boek van Machiavelli cadeau deed aan mijn opvolger;
- de uitwisselingsweek van mijn middelbare school, waarbij wij in de Hollandse polder Belgische middelbare scholieren uit Brussel ontvingen. Een paar keer uit geweest in Alkmaar;
- het introductiekamp 2002 van geschiedenisstudievereniging Ubbo Emmius. Van het kamp een half jaar later (wat ook wel leuk is), waren wel foto's, maar die heb ik niet;
- vakantie in Llanfair Caerenion, jaar is mij ontschoten, ik gok 2001. Veel dingen in het dorp, een barbecue en een bezoek aan een kasteel herinner ik mij nog;
- Wie is de mol 2005, mijn eerste Wie is de mol op mijn studentenvereniging Cleopatra. Mijn eigen stomme fout, ik had wel foto's overwogen, maar heb het niet gedaan;
- De versiering van de 'Wired'-dag van de KEI-COEP 2006 (de commissie die de KEI-week op Cleo organiseerde, ik zat er dit jaar in). Het hele pand was versierd met elektrische kabels (die uiteraard niet aangesloten waren, maar alleen maar de suggestie opwekte van stroom);
- De borrel van mijn werk in café Stockholm, waar ik vreselijke ruzie kreeg met mijn toenmalige vriendin. Achteraf gezien schijnt het een leuk feestje geweest te zijn, daar had ik graag wat meer van mee gekregen;
- Het eindfeest van de introductieperiode op Cleopatra in 2008. Het thema was 'Tikibar', het was zo mooi versierd en er was geen enkel bewijs meer van. (Overigens is de speurtocht van een paar dagen eerder ook jammerlijk niet gedocumenteerd, net als de speurtocht van legendarische 'misdaad-IC' 2005).

zaterdag 24 september 2011

Een volks Rotterdams café

Een collega vertelde mij laatst dat hij in een volks Rotterdams café was geweest. Je weet wel, waar het vol zit met oude mannetjes die alleen maar drinken, roken en over de politiek lopen te zaniken. Hij was daar met wat vrienden en ze gingen er gewoon gezellig bij zitten en werden zo in het gesprek meegenomen.
Uiteraard waren het types die Den Haag maar niks vonden en bijna blind achter Geert Wilders aanliepen. Zij hadden constant over de 'invasie'. Met de 'invasie' wordt de invasie van moslims bedoeld. Er zat ook één allochtoon in het café, een vaag figuur die een beetje de weg kwijt was. Over hem zeiden ze: 'Ali is de enige goede allochtoon, de enige. Maar als de uitzettingen beginnen, dan moeten ze allemaal weg, ook Ali.'
Verderop in het gesprek zei een van de volkse Rotterdammers: 'Heb je de politiek in Den Haag een beetje gevolgd? Ik vertel je, er is er maar eentje die simpele antwoorden geeft. Maar eentje. Dat is Geert.'
'Ja, dat kan wel,' antwoordde het jonge jochie. 'Maar soms krijg je gewoon een vraag over iets een complex, dus dan moet je gewoon een complex antwoord geven.'
Hierom moest de oude Rotterdammer lachen. Ok, op dat punt gaf hij de indringers in het café toch maar gelijk.

zondag 18 september 2011

Familiereünie

Er zijn van die gelegenheden waar indirecte familieleden elkaar na jaren pas weer zien. Meestal zijn oude vetes en spanningen wat meer weggeeëbt, maar meestal verschijnen na een tijdje oude patronen weer. Je krijgt dan dit soort patronen.
Zij: 'Je moet wat van dat lamsgehakt proberen, dat is echt heel goed.'
Hij: 'Ik houd niet van gehakt. Ze stoppen er allemaal spul in en ik vertrouw het niet.'
Zij: 'Maar het is lamsgehakt, he? Dat maakt het wel anders.'
Hij: 'Nee, ik hoef dat niet.'
Zij: 'Jij bent nog net zo koppig als vroeger.'
Hij: 'En jij bent nog net zo direct en dominant als vroeger.'

donderdag 18 augustus 2011

Amerikanen in Stockholm

Een paar weken geleden was ik in Stockholm. Ik sloot mij aan bij een rondleiding door het koninklijk paleis, een massief blok in het centrum van de stad. Toen het oude paleis was afgebrand, hebben ze begin 18e eeuw er een paleis gebouwd dat leek op Versailles, maar stiekem op elk vlak een beetje onder moest doen voor het grotere broertje. Desalniettemin, was het een geweldig groot gebouw met tal van wachtkamers, dinerskamers, balzalen, enzovoort.
Een ietwat nichterige gids leidde ons door het hele paleis en vertelde ons de ene anecdothes na de andere. Bijna aan het eind van de rondleiding stapte een Amerikaanse dame af op de gids om toch iets te vragen wat haar op het hart lag: "Why doesn't this palace have any towers?'
'They were out fashion, when the palace was built', antwoordt de gids snel en correct.
'Then how did people know it was a castle?' vraagt de Amerikaanse toerist.
De gids viel even stil en keek de vrouw aan om te zien of ze het wel serieus meende. Toen zei hij in een diepe oprechte stem: 'Oh, believe me. They would know.'
De vrouw leek nog steeds niet overtuigd en mompelde nog 'But how?', maar het gesprek was al voorbij en we gingen door naar de volgende zaal.

zaterdag 6 augustus 2011

Een andere vraag

Een paar jaar geleden bracht Neil Young een nieuw album uit, een best goed album naar mijn mening. Omdat mijn vader vroeger altijd dezelfde plaat van Neil Young opzette op zondag, besloot ik het nieuwe album aan hem te laten horen toen ik weer een keer bij mijn ouders was. Uiteraard was mijn vader in eerste instantie onwillig. Hij vindt het doorgaans vervelend als mensen hem iets aanraden. Hij gaat dan met tegenzin luisteren, omdat hij het gevoel heeft dat hij uit beleefdheid geacht wordt het leuk te vinden. Maar die tegenzin kleurt dan zijn ervaring en daardoor vindt hij er bijna nooit iets aan. Dat kan hij dan niet goed verbergen, dus dan is zelfs zijn streven tot beleefdheid mislukt.
In ieder geval liet ik hem stukjes uit het album horen, waaronder het nummer 'Ordinary People', een typisch Neil Young nummer dat 18 minuten lang doorgaat. Hij vond het 'wel aardig' (voor mijn vader is dat een zeer positieve recensie), maar de titel van het nummer deed hem toch aan iets denken. 'Zo heet die ene film ook', zei hij.
'Welke film?' vroeg ik achteloos.
'Nou, Ordinary People.'
'Ehm... ja. Welke film is dat dan?'
'Ordinary People.'
'Ja, dat begrijp ik. Maar welke film bedoel je?'
'Nou, dat zeg ik net. Ordinary People.'
'Ok.' Ik probeerde na te denken over een andere manier om het te vragen. 'Kun je misschien welke film je bedoelt?'
'Nou, Ordinary People.'
Ik nam diep adem en stapte toch maar over mezelf heen. 'Ik snap dat de film Ordinary People heet. Maar ... ehm ... waar gaat de film over?'
'Oh', zei mijn vader. 'Oh, maar dat is een heel andere vraag.'

zondag 31 juli 2011

Lijstjes met muziek

Al enige tijd ben ik het prachtige boek '1000 Recordings To Hear Before You Die' van Tom Moon structureel aan het doorwerken (zie ook www.1000recordings.com). Het gaat de gehele muzikale kaart over: het ene moment luister je naar punk rock, het volgende naar opera, daarna naar soukous uit Tanzania en daarna mogelijk naar free jazz. (Alleen electronica is wat ondervertegenwoordigd.)
Het in elkaar zetten van lijstjes met muziek is ontzettend leuk. Toen ik klein was, volgde ik een periode de hitlijsten zeer actief en ik had, als ik het mij goed herinner, zelfs kortstondig een eigen versie van de hitlijsten ernaast (met het voordeel dat alle nummers die ik stom vond er niet in voorkwamen). Het lijkt me dus fantastisch om zelf ook zo'n lijst in elkaar te zetten, een boek erover uit te brengen en dat andere mensen dat gaan luisteren.
Bij deze dus toch een poging. Omdat ik niet wil beweren dezelfde expertise als een gelauwerde muziekjournalist heb ik de lijst beperkt tot slechts '100' keuzes. Het zijn 100 platen geworden die ik aan iedereen zou aanraden. Het is een zeer persoonlijke keuze en daarom zijn platen van de afgelopen 10 jaar wellicht een beetje oververtegenwoordigd, maar niet extreem. Post je reacties hieronder, mogelijk aangevuld met je eigen lijst van 10 platen (of welk getal je zelf maar geschikt acht) die je aan iedereen zou aanraden.

De lijst (tussen haakjes staat genre):
The Abyssinian Baptist Choir - Shaking The Rafters (Gospel)
Christina Aguilera - Back To Basics (Pop)
Lily Allen - It's Not Me, It's You (Pop)
Herb Alpert & Tijuana Brass - Whipped Cream And Other Delights (Jazz)
The Arctic Monkeys - Whatever People Say I Am, That's What I'm Not (Rock)
Louis Armstrong - Ken Burns Jazz Collection: Louis Armstrong (Jazz)
Beck - Odelay (Rock)
Ludwig van Beethoven - Symphony #3 & #5 (Classical)
Harry Belafonte - At Carnegie Hall (Vocals)
Belle and Sebastian - Dear Catastrophy Waitress (Rock)
George Bizet - Carmen (Opera)
The Bloody Beetroots - Romborama (Electronica)
Blur - The Great Escape (Rock)
Blur - Parklife (Rock)
Boys Noize - Oi Oi Oi Oi (Electronica)
Johnny Cash - American IV: The Man Comes Around (Country)
Eric Clapton & J.J. Cale - The Road To Escondido (Blues, Rock)
The Clash - London Calling (Rock)
C-Mon & Kypski - Where The Wild Things Are (Electronica, Hip-hop)
George Crumb - Black Angels (Classical)
Crystal Castles - Crystal Castles (Electronica)
Das Pop - Das Pop (Rock)
Miles Davis - Bitches Brew (Jazz)
Dido - Life For Rent (Rock)
Antonin Dvorak - Symphony No. 9 (Classical)
Eels - Daisies For The Galaxy (Rock)
Eels - Shootenanny (Rock)
Daft Punk - Discovery (Electronica)
Daft Punk - Alive 2007 (Electronica)
Does It Offend You, Yeah - You Have No Idea What You're Getting Yourself Into (Electronica)
Duke Ellington & Count Basie - First Time: The Count Meets The Duke (Jazz)
Caro Emerald - Deleted Scenes From The Cutting Room (Jazz, Pop)
Eminem - The Marshall Matters LP (Hip-hop)
Fatboy Slim - You've Come A Long Way Baby (Electronica)
Fleetwood Mac - Rumours (Rock)
Foo Fighters - Echoes, Silence, Patience & Grace (Rock)
Jaap Fischer - De Liedjes Van ... (World: Netherlands)
Freestylers - We Rock Hard (Electronica)
Carlos Gardel - Best Of (World: Argentina)
Melody Gardot - My One And Only Thrill (Vocals)
Serge Gainsbourg - History Of Melody Nelson (Rock)
Sergent Garcia - Un Poquito Quema'o (World)
Edvard Grieg - Peer Gynt (Classical)
Buddy Guy - Damn Right I've Got The Blues (Blues)
Calvin Harris - I Created Disco (Electronica)
Mississippi John Hurt - Complete Early Recordings (Blues)
Bon Iver - For Emma, Forever Ago (Folk)
Jack Johnson - In Between Dreams (Rock)
Louis Jordan - The Anthology (Jazz)
Justice - Cross (Electronica)
Kasabian - West Ryder Pauper Lunatic Asylum (Rock)
The Kooks - Inside Out (Rock)
Fela Kuti - Zombie (World: Nigeria)
Lady Gaga - The Fame Monster (Pop)
Ladytron - Witching Hour (Electronica)
Jamie Lidell - Jim (R&B)
Limp Bizkit - Chocolate Starfish And The Hot Dog Flavoured Water (Rock)
Little Richard - Georgia Peach (Rock)
Madonna - Confessions On A Dancefloor (Pop)
Miriam Makeba - Miriam Makeba (World: South Africa)
Manu Chao - Clandestino (World)
George Michael - Listen Without Prejudice Vol. 1 (Pop)
Maria Mena - Mellow (Rock)
M.I.A. - Kala (Hip-hop, Electronica)
Kylie Minogue - The Ultimate Kylie (Pop)
Moby - Play (Electronica)
Morcheeba - Who Can You Trust (Electronica)
Wolfgang Amadeus Mozart - Symphonies 29, 39, 40 and 41 (Classical)
Mstrkrft - The Looks (Electronica)
New Cool Collective - Out Of Office (Jazz)
Nirvana - Nevermind (Rock)
Noisia - Fabriclive 40 (Electronica)
The Offspring - Smash (Rock)
Orishas - Lo Mejor De Las ... (Hip-hop)
Pendulum - Hold Your Colour (Electronica)
The Presidents Of The United States Of America - II (Rock)
The Pretty Things - S.F. Sorrow (Rock)
The Prodigy - The Fat Of The Land (Electronica)
Astor Piazzola - The Rough Guide To Astor Piazzola (World: Argentina)
Bonnie Raitt - Give It Up (Rock)
Rammstein - Mutter (Rock)
Damien Rice - O (Rock)
Mark Ronson - Version (R&B)
The Scissor Sisters - Ta-Dah (Pop)
Shantel - Disko Partizani (Electronica, World: Balkan)
Ska Cubano - Ay Carambo! (World)
Snow Patrol - Eyes Open (Rock)
Ede Staal - Mien Toentje (World: Netherlands)
Igor Stravinsky - The Rite Of Spring (Classical)
System Of A Down - Toxicity (Rock)
Yann Tiersen - L'histoire Fabuleux d'Amélie Poulain (World: France)
Peter Tosh - Legalize It (World: Jamaica)
KT Tunstall - Eye To The Telescope (Rock)
Various Artists - The History Of Vocal Jazz (Jazz)
Various Artists - The Rough Guide To Cumbia (World:Columbia)
Vitalic - Flashmob (Electronica)
Fats Waller - Portrait Vol. 2: Old Plantation (Jazz)
The White Stripes - Icky Thumb (Rock)
Amy Winehouse - Back To Black (Vocals)
Stevie Wonder - Innervisions (R&B)

maandag 18 juli 2011

Love

De Oude Grieken hadden maar één woord voor 'bestaan' / 'zijn'. Dit woord omvatte zowel wat wij doorgaans onder 'zijn' verstaan, maar ook 'fundamenteel zijn' en 'echt zijn'. Voor moderne interpreten levert dit vaak moeilijk begrijpbare teksten op. Het is niet altijd duidelijk welke betekenis van het woord nu bedoeld wordt. Maar het vreemde is dat de Grieken zelf totaal geen onderscheid tussen de verschillende betekenissen maakten. Ze gebruikten deze door elkaar heen, alsof het toch gewoon om één term ging.
De filosofische problemen die uit dit halsstarrig vast blijven houden aan één term lijken duidelijk. Zo beweerde Parmenides dat er maar één ding bestond, Gorgias beweerde zelfs dat er helemaal niets bestond (of fundamenteel is?) en Plato loste dit probleem op door te zeggen dat alleen de vormen bestonden en de verschijningen niet, omdat dit slechts afbeeldingen waren (die dus niet bestaan). Pas toen mensen met een andere taal naar dezelfde tekst gingen kijken en zich gingen afvragen wat het woord in elke context betekende, werd duidelijk dat er toch iets raars met het taalgebruik aan de hand was.
Je vraagt je af of wij ook zulke woorden hebben. Ik denk van wel. Zo is het Engelse woord 'love' er wel één. Enerzijds kan het heel alledaags gebruikt worden om alle vormen van genegenheid aan te duiden (zoals 'I really love what you've done with the place'), anderzijds kan het zeer specifiek gebruikt worden om alleen romantische liefde aan te duiden ('I love you'), maar ook liefde tussen familieleden valt er met gemak onder. Soms wordt nog ter verduidelijking toegevoegd om wat voor liefde het gaat, maar dit is zelden nodig. Ondertussen doen we allemaal alsof het één overkoepelende term is en er van een betekenisonderscheid geen sprake is. Christenen zeggen bijvoorbeeld 'God is love' om het alomvattende ervan nog verder door te trekken. Of zoiets als 'God loves you' klinkt best persoonlijk. Toch denk ik dat de liefde van zo'n God toch niet vergelijkbaar kan zijn. Het zal dus meer metaforisch gebruik van de term zijn.
Beyoncé zingt 'Why don't you love me?' Stel dat één van mijn goede vrienden heimelijk op mij verliefd is en zich deze vraag stelt. Ik houd wel van al mijn vrienden, dus de vraag gaat van een verkeerde veronderstelling. Maar het is niet echt het antwoord waarop zo iemand wacht. Toch heeft die persoon het gevoel dat zijn oorspronkelijke wel klopte.
De enige uitweg is om op de vierkante centimeter onderscheid tussen de verschillende betekenissen te gaan maken. In het nummer 'Sprookje' van Jaap Fischer doet een geleerde dat als hij aan een prinses over de liefde:
"Liefde is niet houden van. Je kunt van zoveel vrouwen houden, je kunt met zoveel vrouwen trouwen. Maar liefde is dat niet. Nee, je houdt van kip met appelmoes."
Jaap Fischer observeert vervolgens cynisch: "Toen knikte de prinses, want ze hield heel veel van kip met appelmoes."
Van het verhaal van de geleerde blijft niet te veel hangen. Ondanks de pogingen van de geleerde blijft zo de frivoliteit van de taal in stand. En dat komt de sfeer alleen maar ten goede.

zaterdag 9 juli 2011

Het plezier van werk

Ik zat laatst in de trein. De batterij van mijn iPod was leeg en ik had geen boek of andere afleiding bij mij. Een paar stoelen voor mij zaten twee voor het overige best leuke meisjes te praten over de mislukte relatie van één van beiden. Ze deden dat op een manier die mij niet echt aanstond. Het andere meisje had het erover dat zij zich er maar overheen moest zetten (dat had ik ook nog wel kunnen zeggen) en dat ze maar snel een keer moesten stappen en lekkere kerels gingen spotten. Ik kan er niet helemaal de vinger op leggen, maar vanuit hun manier van praten hadden ze zich neergelegd bij een bepaalde rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Mannen die niet over emoties praten en vrouwen van een afstandje versieren op basis van uiterlijk. En vrouwen die dan maar moeten hopen dat ze voor de rest goed bij hen passen. Hun gepraat verried een totaal ander ideaal van liefde dan ik zou aanhangen.
Ik vond het niet echt een fijn verhaal om naar te luisteren. Als ik erover door zou denken, zou ik erover gaan generaliseren en gaan denken dat ik ook geen kans zou hebben. Dat is natuurlijk onzin, het betekent alleen dat ik bij die meisjes niet zo veel kans zou hebben. Maar wie zou dat ook willen?
In ieder geval, ik zocht naar afleiding. Ik vond die in mijn werktelefoon. Ik had een mailtje gekregen met daarin een fiscale vraag, die ging over een vakgebied dat 'transfer pricing' heet. Transfer pricing is een vakgebied waarbij je moet berekenen welke prijs gebruikt zou worden als beide partijen geen gemeenschappelijke eigenaar zouden hebben (en het dus echt uitmaakt wat er betaalt wordt). In zulke berekeningen moet je met alle relevante feiten en omstandigheden rekening houden. Met andere woorden, zonder dat je je er echt in verdiept, kun je er geen pijl op trekken. Maar je kunt er wel ellenlange verhalen over schrijven met allerlei voorbeelden van factoren die van belang zijn en welke invloed die dan op de prijs zouden hebben. Het was de ideale mail om te beantwoorden op dat moment. Ik kon helemaal los gaan en een lang verhaal opschrijven met als uiteindelijke conclusie dat er nog een keertje goed naar gekeken moest worden. Ik was de meisjes al snel vergeten.

dinsdag 28 juni 2011

Willekeurig rondslenteren

Ik was jaren geleden met een groep mensen een week op vakantie in Praag. De balans in de groep was niet zo goed over nagedacht. De jongens gingen achter de meisjes aan, zonder dat de meisjes achter de jongens aan gingen. De mensen die het enthousiasts waren over de vakantie waren gelijk het minst initiatiefrijk. Ik had er geen zin. Ik was wel degene die iedere keer moest bepalen wat we gingen doen. Een enkele keer mocht een andere kerel het bepalen, maar hij was degene die er afgezien van mijzelf het minste zin in had.
Kortom, er gingen wat dingen fout. In mijn herinnering is het vooral een schoolvoorbeeld geworden van hoe het niet moet. Het geheel was te ongecoördineerd, er was nauwelijks over nagedacht en er was geen overeenstemming over wat de vakantie moest zijn. Daarnaast slenterden we wat rond door de stad zonder enig idee waar we naar toe moesten. Even is dat leuk. Maar mijn ervaring is dat je op reis wel genoeg rondslentert. Als je dan toch moet rondslenteren, kan er maar beter een plan achter zitten. Op termijn worden je benen namelijk moe en dan moet elke meter toch echt wel iets toevoegen. Dat deed het op die vakantie maar zelden. Het is pas later dat ik mij realiseerde wat ik miste. Ik miste een reisgids. In een reisgids staat tenminste wat er interessant in de stad is. Je bent best naïef als je denkt dat je dat vanzelf wel zult tegengekomen.
Als toppunt van het gebrek aan coördinatie zijn we op een gegeven moment in een willekeurige metro gestapt en ergens willekeurig uitgestapt, in de hoop dat we iets interessants zouden tegenkomen. We hadden honger en hebben uiteindelijk bij gebrek aan beter maar gegeten in één of ander aftands wegrestaurant. Het eten was niet lekker, er kwamen alleen maar vage veertigers en op een gegeven moment werd de grote tv, die voorheen op de plaatselijke mtv stond, overgeschakeld naar een kanaal dat alleen maar porno liet zien. Iedereen ging door alsof het de normaalste zaak van de wereld was en ik vroeg me alleen maar af 'wat doe ik hier?' Ik vond dat moment het meest duidelijke bewijs dat je dus een gids nodig hebt om te vertellen waar je moet zijn. Dan worden je dit soort vage situaties bespaard.
Er zijn nu jaren voorbij. Ik kan me eigenlijk van de gehele vakantie niet zo veel herinneren. Het meest levendig herinner ik mij nog het bizarre wegrestaurant. En ik kom terug op mijn mening. Soms maak je juist door willekeurige dingen te doen, iets uitzonderlijks mee. Eigenlijk hadden mijn reisgenoten gelijk. Je hebt helemaal geen reisgids nodig.

zondag 19 juni 2011

Gezegend zijn de onwetenden

Ik was laatst in Groningen. Ik ging met wat mensen mee naar één of ander feestje in de Vera. Het was er uitgestorven, maar het maakte niet echt uit. De muziek was wel leuk, dus vermaakten wij ons wel. Maar bijzonder was het niet echt.
We kwamen nog twee mensen tegen, die ik niet echt kende, maar de rest van de mensen wel. Zij waren een stelletje en gedroegen zich erg verliefd. Het had ergens wel iets aandoenlijks, op de manier waarop stellen die op perrons elkaar omhelzen en elkaar niet lijken te willen laten gaan iets aandoenlijks hebben. Het was schattig.
Ze gedroegen zich alsof er echt iets heel bijzonders aan de hand was. Maar ondertussen waren ze wel op een matig bezocht feestje in een of andere rokerige kroeg in de zevende stad van een niet al te groot land. Op geen enkele manier kon ik me een zo groot gebrek aan perspectief voorstellen dat je die avond echt bijzonder vond. Zelfs de eigen verliefdheid is toch niets bijzonders, mensen worden constant verliefd en op geen enkele manier leek hun verliefdheid zich te onderscheiden.
Waarschijnlijk realiseerden ze zich dit allemaal niet. Maar goed ook, want hierdoor konden ze ongestoord genieten van het moment. Misschien zou ik ook wel willen zo onwetend in het leven te kunnen staan. Als je niet weet wat er nog meer allemaal in de wereld is, vind je je eigen ervaringen veel bijzonderder. Ik weet echter wel het een en ander, ik heb wat rondgereisd en ik weet wat er in deze wereld is. Ik kan ben te relativistisch geworden en kan geen plaats meer heel bijzonder beschouwen. Ik ben 'hard to thrill'. Het zou toch wel fijn zijn als ik weer echt jong en onbevangen kon zijn.

dinsdag 14 juni 2011

Te veel met mezelf bezig

Ik realiseerde me laatst iets. Wanneer ik met vrienden afspreek, gaat het de laatste tijd veel over dingen die ik heb meegemaakt. Niet dat ik niet in andere mensen geïnteresseerd ben. Ik waardeer altijd het perspectief van andere mensen op de wereld en dat perspectief kun je enkel door de ervaring waarderen.
Maar op de een of de andere manier komen de ervaringen van andere mensen minder ter sprake. Misschien dat ik beter ben in mijn frustraties verwoorden, misschien dat ik de ervaringen van anderen onbewust overschreeuw of misschien dat andere mensen gewoon daadwerkelijk minder problemen hebben. Het zou wel triest zijn om te constateren dat mijn leven meer aanzet geeft tot existentiële twijfel dan dat van anderen. Aan de andere kant ook weer niet heel verrassend, want ik maak mezelf graag het leven moeilijk.
Ik vertelde deze gedachtegang aan een vriend van mij. Hij zei me dat het er ook door kan komen dat ik mijzelf wel heel snel open en bloot op tafel leg. Andere mensen gaan hier wat voorzichtiger mee om. Ik accepteerde als weer een andere mogelijke verklaring.
Vervolgens praatten we door over wat hij had meegemaakt. Binnen een minuut gaf ik achtereenvolgens mijn eigen gedachten op zijn situatie en daarna begon ik anecdothes te vertellen van soortgelijke gevallen die ik zelf had meegemaakt. En toen begreep ik het. Het, waardoor het allemaal komt. Ik ben te veel met mezelf bezig.
Misschien mij wat vaker oprecht voor andere mensen openstellen. Ik zal mijn best doen.

donderdag 9 juni 2011

De vlucht naar binnen

Toen ik nog in Groningen woonde, sprak ik veel van mijn vrienden meerdere keren per week, zij het terloops. Zelfs al zagen we elkaar niet, dan wist je altijd wel aardig waar de ander mee bezig was. Los daarvan spraken we vaak iets van eens in de twee weken persoonlijk af. Je kon fijn alles zeggen wat je bezig hield en het kostte relatief weinig moeite om jezelf begrijpelijk te maken.
Deze vrienden bestaan nu niet meer. Van mijn Groningse vrienden woon ik ver weg en ik spreek de meesten hooguit één keer per maand. Ik heb er nieuwe vrienden voor teruggekregen, maar eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er ook weinig zijn die ik vaker dan één keer per maand spreek.
Daarnaast zijn ze veel minder één geheel. Ze kennen elkaar niet. Aan de ene kant geeft een soort rust (Groningen voelt soms wel erg incestueus), maar aan de andere kant betekent het dat je niet gemakkelijk kan uitleggen over wat er in je omgeving gebeurt. Omdat ze ook niet via andere mensen of gedeelde ervaringen dingen meekrijgen, hebben ze ook geen idee wat er met jou gebeurt. En jij hebt doorgaans ook geen flauw idee wat er met hen gebeurt.
Als je iets persoonlijks wilt vertellen, ontkom je er niet aan dat je veel tijd kwijt bent aan het schetsen van de context. Na veel moeite heb je misschien wel het gevoel dat je jezelf begrijpelijk hebt gemaakt, maar of iemand werkelijk begrijpt waarom het om draait, weet je niet. Daardoor kunnen ze je ook niet echt van advies voorzien en actief meedenken.
Ik heb daarom de laatste tijd het gevoel dat ik alleen maar vrienden heb die mij niet kennen en die geen idee hebben wat ik meemaak. En daar heb ik wel behoefte aan. Ik ben niet iemand die al de problemen in de wereld alleen oplost. Ik heb voortdurend een luisterend oor nodig en iemand die meedenkt. De laatste tijd kan ik dat bij mijn vrienden steeds minder vinden.
In mijn behoefte aan begrip merk ik dat ik steeds meer verlang naar iemand die wel volledig aandacht voor mij heeft en waar ik ook volledig aandacht voor kan hebben. Kort gezegd ben ik op zoek naar een relatie. Nu heb ik daar eigenlijk altijd al naar gestreefd, maar nu meer dan ooit. Echter, het lijkt wel dat iedere keer als ik iemand ook maar enigszins leuk begin te vinden het al uit elkaar valt, voordat ik ook maar iets geprobeerd heb.
Dat vergroot dan weer mijn frustratie en dan heb ik behoefte om met vrienden af te spreken. Dat geeft dan weinig bevrediging, omdat ik vooral veel tijd kwijt ben om context te schetsen. En zo is een neerwaartse spiraal geboren.
Is hieruit wel een uitweg? Ik denk het wel. Het zou zoiets moeten zijn als 'de vlucht naar binnen'. Als je jezelf niet meer begrijpelijk voor de buitenwereld kan maken, dan kun je altijd heil zoeken in het genieten van de eigen wereld.Je hoeft niet altijd in verbinding met de rest van de wereld te staan. Het is niet uit rancune of misantropie dat je eigen wereld opgebouwd wordt. Ik wil mensen best binnen laten, maar het is geen doel op zich. Misschien is mijn wereld wel te ingewikkeld om algemeen toegankelijk te zijn, Het zij zo.

maandag 6 juni 2011

Stiksel in sokken

Ik heb van die sokken met van dat stiksel erin bij je tenen. Je kunt ze dragen met het stiksel naar binnen of naar buiten. Vroeger dacht ik er nooit over na en zat het gewoon zoals het zat.
Op een gegeven moment ben ik me gaan realiseren dat het de bedoeling was dat het stiksel naar binnen zit. Zo zien de sokken er egaal uit en dat ziet er mooier uit. Ik ben er toen op gaan letten dat het stiksel wel naar binnen zit.
Ik realiseerde me vandaag dat dat onzin is. Je draagt er schoenen boven. Niemand zit of je het stiksel naar binnen of naar buiten draagt. Het enige merkbare verschil is dat je met je tenen de niet-egale kant voelt. De vraag is echter of je dat wel voelt. Ik heb me voorgenomen vanaf nu een lichte voorkeur te hebben om het stiksel aan de buitenkant te dragen.

donderdag 12 mei 2011

Prioriteiten stellen

Zoals jullie allemaal zullen weten, organiseer ik van tijd tot tijd psychologische spellen. Ik vind dat heel leuk om te doen. De lol ervan is op het moment zelf en achteraf. Vooraf is het doorgaans alleen maar ellende. Je probeert mensen bij elkaar te krijgen en bent constant mensen aan het overtuigen hoe leuk ze het zullen vinden als ze eenmaal meedoen. Als het moment dan daar is en mensen doen mee, heb ik eigenlijk nog nooit meegemaakt dat iemand het niet geweldig vond.
Maar toch stribbelen heel veel mensen tegen. Er zijn er ook zat tussen die vooraf onmiddellijk toegeven dat ze het geweldig vinden. Sommigen van hen hebben goede redenen waarom ze écht niet mee kunnen doen. Sommigen wat mindere. Vaak geven die laatsten dan op dat ze volgende keer écht mee zullen doen. Ik wil dan eigenlijk tegen ze zeggen: 'het is kiezen of delen, wie zegt dat er een volgende keer komt?' Sommige mensen denken dat ik het echt voor hen doe. Maar ik ben niet gek. Ik doe het alleen voor zover en zolang ik het zelf leuk vind.
Maar goed, soms komt er inderdaad een volgende keer. En dan benader ik precies dezelfde mensen en die schieten in precies dezelfde verdediging. En de stomste verdediging die ik wel eens hoor is het gebrek aan tijd. Natuurlijk is dat een prima reden om van iets af te zien. Maar als je werkelijk gelooft dat je het echt gaaf gaat vinden, dan maak je tijd voor dit soort dingen. Desnoods ga je niet voor de duizend-en-éénste keer naar een debattoernooi, zeilweekend of bankhangen. Het is kwestie van prioriteiten stellen. Als wat ik organiseer laag op je prioriteitenlijst staat, dan is dat verder prima, maar dat hypocriete gedoe er omheen ben ik wel zat.
Waar ik me nog wel het meeste over verbaas, is over wie het soms gaat. Er zijn zat mensen geweest die serieus met mij wilden praten over het professioneel opzetten van een bedrijfje in psychologische spellen. Als ik dat zou doen, zou dat een enorme commitment zijn. Dan moet je op elkaar kunnen bouwen en vertrouwen. En je moet zeker weten dat de anderen ook dezelfde commitment leveren. Mijn ervaring is dat als je zelf iets nieuws opzet en een andere richting in wilt gaan, zijn ze daar nauwelijks in geïnteresseerd. Je zou verwachten dat als zij serieus zijn, zij daar bij willen zijn, zodat zij wat gedachten over op kunnen doen. Maar de ervaring is dat zij als eerste afhaken.
Mijn nieuwste spel - de strijd om de kroon 2011 - begint over een week. Ik weet dat het fantastisch gaat worden. Ik weet dat iedereen vol enthousiasme gaat zijn. Maar op dit punt, een week van tevoren, terwijl ik me uit de naad werk om de laatste voorbereidingen rond te krijgen, ben ik het gedoe van sommige mensen weer zo ontzettend zat. Het is zo'n ondankbaar hard werk dat ik nu vooral denk: 'ik ga nog keihard het mooiste eruit halen wat erin zit, maar na volgende week is het gebeurd. Ik doe dit nooit en nooit meer'.


Mochten mensen zich nog willen opgeven, kijk op http://destrijd.wordpress.com/

zondag 1 mei 2011

Functioneel vloeken

Ik ben niet zo conservatief, maar te pas en te onpas vloeken is niet echt iets voor mij. Het moet wel in het geheel passen. Zo was ik niet zo lang geleden een kroeg. Op een gegeven moment schreeuwde de dj 'put your fucking hands up'. Ik begreep niet zo goed wat er 'fucking' aan mijn handen was. Het is een beetje puberaal; het moet op de een of andere manier stoer en rebels zijn of zo. Ik kan me echter weinig dingen voorstellen die zo onrebels zijn als het omhoog houden van je handen, wanneer de dj erom vraagt. Ik hield mijn handen daarom ook maar stug naar beneden, rebels als ik ben.
Het kan echter ook op een andere manier. Je kunt ook functioneel vloeken, zeker in muziek. Maar dan moet het rebelse ook in de muziek zelf al zitten. Neem nu de volgende tekst. Daarin wordt gewoon wel functioneel gevloekt:
Tonight we have a chance to say,
'Yeah, you're right'
We're too extreme,
We're too wild,
We're too out of control.
We're too full of our own shit,
But we have a chance to say,
'Hey, fuck you, you're wrong',
And 'Fuck you, we're right'.
Because you have all made it to the dance,
And, believe me, this is the dance.
Bron: Does It Offend You, Yeah - The Wrestler (album: dontsaywedidntwarnyou)

zondag 17 april 2011

Cholesterol

Mijn moeder vertelde mij laatst dat zij haar cholesterol had laten onderzoeken. Het was te hoog. Nu moet ze allerlei dingen anders doen. Bepaalde dingen niet meer eten, bepaalde dingen juist weer wel, eten anders bereiden.
Ik moest onwillekeurig denken aan een verhaal van Olivier B. Bommel. Er komen plotseling allemaal vreemde mannetjes naar Rommeldam, die van alle inwoners het kukel meten met een soort stethoscoop. Meestal is de uitslag 'min', stellen de mannetjes dan teleurgesteld vast. Dan gaan ze weer weg. Uiteindelijk blijkt dat heel Rommeldam vernietigd zal worden, tenzij er iemand een pluskukel heeft. Burgemeester Dikkerdak roept iedereen op zijn kukel te laten meten, zodat Rommeldam gered zal worden.
Het wordt nooit duidelijk wat een kukel is, maar iedereen accepteert direct het bestaan van het kukel. En het krijgt daardoor realiteitswaarde. Het is wel een mooie metafoor voor terminologie de medische wetenschap. Steeds worden concepten geïntroduceerd, die groots naar de massa worden gecommuniceerd, maar waarvan slechts een paar specialisten de werking begrijpen. Voor de meeste mensen blijft het een black box, als gevolg waarvan zij de werking niet begrijpen, maar die wel tot gevolg heeft dat er allemaal dingen anders moeten.

zondag 10 april 2011

Een danskroeg

Ik was laatst een avond stappen in een echte danskroeg. Je weet wel, zo'n kroeg die tot laat open is, allerhande muziek draait en die zich vooral richt op studenten en andere mensen in die leeftijdscategorie. Laten we de kroeg voor het gemak 'de Beurs' noemen.
Ik kom niet zo vaak in dat soort tenten, maar terwijl ik daar stond, had ik het eigenlijk prima naar mijn zin. Het was zo'n tent waar de dj's constant muziek onderbreken door dingen in de microfoon te schreeuwen. Dingen zoals 'de volgende is speciaal voor Cindy, want Cindy is vandaag jarig'. Maar ook dingen als: 'Nu wil ik dat iedereen uit zijn dak gaat, ga helemaal los en als je op de bar wil dansen, dat mag gewoon.' Wij maakten van de gelegenheid gebruik om op de tafel te klimmen. Binnen twee tellen hadden wij een uitsmijter bij ons die ons vroeg wat we eigenlijk aan het doen waren.
Het is een soort patroon. Er werd bijvoorbeeld ook 'Hot In Here' gedraaid. Toen iemand daadwerkelijk zijn shirt uitdeed, werd hij tot de orde geroepen. Je moet wat de dj's en de muziek zeggen vooral letterlijk nemen. Het is allemaal 'bij wijze van spreken'. Bij wijze van spreken mag je op de bar dansen, bij wijze van spreken mag je je kleren uitdoen. Letterlijk mag dat natuurlijk niet.
Daarnaast kan het ook andersom. Toen Nirvana - Smells Like Teen Spirit werd gedraaid, zongen mensen vol enthousiasme 'Here we are now, entertain us'. De cynische dubbele laag ontging het publiek totaal. Hier wordt de tekst juist wel enkel en alleen letterlijk geïnterpreteerd.
De Beurs is het soort kroeg waarin nummers zelden langer dan 2 minuten duren. Eén keer couplet en referein is meestal wel genoeg. Ook wordt er niet te lang binnen een genre gebleven. Dit zorgt ervoor dat de muziek nogal snel wisselt. Van house naar Nederlandstalig, van rock naar hip-hop. Het is een soort catch-all strategie. Zo zorgen de dj's ervoor dat alle verschillende groepen mensen in elk kwartier wel iets horen wat ze bevalt. Ook wel iets wat ze niet bevalt, maar dan heb je nog een half biertje in je hand, dus je zult niet terstond weggaan. Als het biertje op is, is er grote kans dat er weer een nummer tussendoor gekomen dat je weer wat enthousiaster heeft gemaakt. Dus blijf je nog even.
De Beurs is er dan ook niet op gericht om mensen heel enthousiast te maken. Ze richten zich er enkel op om zoveel mogelijk mensen net enthousiast genoeg te maken dat ze niet vertrekken en nog meer bier drinken. Ik vind dat jammer. Ik houd er meer van als een kroeg een keuze maakt en die verder uitdiept. Niet iedereen wordt daar misschien gelukkig van, maar de mensen die blijven zijn dan wel gelijk bijzonder blij.
Jammer genoeg geldt dit patroon niet alleen voor de muziek. Het publiek heeft dezelfde strategie schaamteloos gekopieerd. Iedereen kleedt zich nietszeggend en als onderdeel van de massa. De strategie lijkt vooral gebaseerd op de (negatieve) wil geen aanstoot te willen geven. Hij is bijvoorbeeld niet op gegrond om de wil positieve wil om punten te scoren. Maar in een danskroeg zijn de regels nou eenmaal anders. Ik stel mij zo voor dat er genoeg kerels rondlopen daar die een of ander meisje willen scoren. Dat doe je blijkbaar niet door een goede match te hebben, maar enkel door het juiste moment af te wachten. Als dat moment komt, kun je maar beter zo min mogelijk potentiële dealbreakers hebben. Dus kleed je je zoals ieder ander.
Dat is toch een beetje jammer. Het is in ieder geval niet helemaal mijn stijl. Maar goed, ieder zijn ding. En op zijn tijd is het best grappig om tussen zulke gezelschappen aan mensen te lopen.

vrijdag 1 april 2011

Smartphones

Een half jaar geleden liep mijn telefoonabonnement af. Mijn oude telefoon - een Sony Ericsson - was na 3,5 jaar trouwe dienst toch echt op het eind van zijn Latijn en dus moest ik maar gelijk een nieuwe telefoon bij mijn abonnement aanschaffen. Omdat ik het voor het geld echt niet meer hoefde te laten, ben ik maar overgestapt op een smartphone. Gezien op mijn goede ervaringen met Sony Ericsson ben ik maar naar die smartphone overgestapt.
Nou, dat heb ik geweten. Sowieso hebben smartphones de terechte reputatie dat hun batterij zeer snel opgaat. Daarnaast is een touchscreen gewoon ronduit kut. Of in ieder geval het touchscreen van Sony Ericsson. Je tikt vaak de verkeerde letter aan en - nog irritanter - hij blijft vaak hangen. Dan toets je bijvoorbeeld een 'a' en dan denkt hij dat je die toets ingedrukt houdt. Vervolgens laat hij je kiezen tussen een 'á', een 'à', een 'ä' en nog een aantal rare 'a's. Dat doet hij overigens niet alleen bij de klinkers, maar ook bij alle mogelijke medeklinkers. Inclusief ringel-s-en en Poolse l-en (want die gebruik ik inderdaad best vaak). Omdat de gewone 'a', 's' of 'l' (of andere letter) er niet tussen staat, kies je maar iets willekeurigs en vervolgens druk je op 'backspace'. Die toets blijft ook weer hangen, vervolgens is je gehele sms verwijderd en mag je opnieuw beginnen met typen.
Al een tijdje geleden heb ik besloten dat ik zo snel mogelijk van mijn telefoon af moest. Ik zit natuurlijk wel 2 jaar vast aan het abonnement van T-mobile (zo gemeen zijn ze dan wel weer), dus ik zal met grote extra kosten iets simlocksvrij moeten kopen. Maar toen ik vandaag het bovenstaande probleem voor de derde keer op een dag had (zonder één sms succesvol te verzenden), besloot ik er maar wat meer vaart achter te zetten. Ik zocht op internet (niet op mijn telefoon, want dat schiet niet op) hoeveel simlockvrije telefoons kostten en wat smartphones waren die wél goed werken (itt mijn Sony Ericsson).
Ik was echter laat thuis en had nog niet gegeten. Voor de verandering besloot ik maar eens eten te laten bezorgen. Ik kwam in een keuzemenu, waarin ik eerst mijn postcode moest intoetsen. Nou is het andere grote nadeel van mijn telefoon dat hij echt godsgruwelijk traag is. Dus ik wil het toetsenbord openen (zodat ik mijn postcode in kan toetsen) en hij gaat beginnen met laden. Dat laden duurt meer dan 5 seconden, dus gaat het beeldscherm weer in de slaapstand. Vervolgens moet ik mijn telefoon hier vanaf halen. Tegen die tijd begint het spelletje weer van vooraf aan. Na ongeveer 2 minuten niets intoetsen, kwam ik automatisch bij de centrale. Deze bleek in Amsterdam te zitten en geen bestellingen in Utrecht te kunnen regelen. Ik had geen andere keuze dan op te hangen en opnieuw te proberen.
Ik heb mijn telefoon opengehaald, sim-kaart eruitgehaald en hem in mijn 4 jaar oude telefoon met trouwe staat van dienst gestopt. Binnen 1 minuut had ik een bestelling geplaatst. Wat is het toch heerlijk als apparatuur gewoon wél doet, wat je ervan verwacht. Of ik een nieuwe simlockvrije smartphone ga aanschaffen, weet ik nog niet, maar in de tussentijd doe ik het nog gewoon even met mijn oeroude telefoon.

zondag 27 maart 2011

It takes 2 to salsa

Ik heb lange tijd overwogen om salsadanslessen te gaan volgen. Het probleem was altijd dat ik als vrijgezel geen natuurlijke salsadanspartner heb. Daarnaast wonen veel van mijn vriendinnen niet in dezelfde stad, dus ben ik op mezelf aangewezen. Laatst sprak ik iemand dat dit allemaal geen probleem was. Je kon prima je alleen opgeven voor een salsadanscursus. Mensen wisselen toch constant door tijdens het dansen.
Dus zo gezegd, zo gedaan. Sindsdien dans ik elke zondagavond anderhalf uur salsa. Nou ja, salsa, iets wat er op lijkt, want ik kan het nog niet zo goed. Al bij de tweede les kreeg ik officieel het etiket 'probleemgeval', die van de leraren bijzondere aandacht nodig heeft. Ik ben wel enthousiast, maar ik pik het ritme gewoon niet zo goed op.
Een vriend van mij die ook salsa danste, vertelde mij dat je salsa dansen goed moet onderhouden. Eigenlijk moet je tussendoor ook naar een salsatent gaan en daar een avond dansen. Misschien geldt dit vereiste niet heel strikt, maar als je geen natuurtalent bent, is tussendoor oefenen een must.
Gelukkig was er vorige week na de salsadansles dezelfde avond nog een salsaband in de stad. Ik ben er maar heengegaan. Ik zag veel mensen veel beter dansen dan ik kon. Maar ja, van oefenen is niet zo veel terecht gekomen. Ik was er alleen en ook al is het in de salsawereld best geaccepteerd om zomaar op een meisje af te lopen en haar ten dans te vragen, dit doe je als waardeloze salsadanser toch niet, omdat je weet dat je direct daarna een modderfiguur gaat slaan.
Met andere woorden: als je goed bent, heb je geen danspartner nodig om met salsa dansen te beginnen. Ben je geen natuurtalent, dan blijft salsa toch een dans waar je met zijn tweeën aan moet beginnen.
Nog 5 lessen en dan zit de beginnerscursus erop. Ik ga wel braaf elke week en ik houd mijn enthousiasme vast, maar ik vermoed dat het daarna definitief voorbij is tussen mij en de salsa.

zondag 20 maart 2011

Vrouwen versieren

Gisteren ben ik weer de stad in gegaan en een goede vriendin van mij had besloten dat ik maar een vrouw moest gaan versieren. Ik stond op zich niet onwelwillend tegenover die gedachte, maar ik ben niet echt een goede vrouwenversierder. Gesprekken die je aanknoopt met nieuwe mensen in de kroeg blijven altijd oppervlakkig, aftastend en gekunsteld. Ik ben prima in staat om er een gezellig gesprek van te maken, maar de conventies van het romantische interesse in elkaar opwekken zijn niet zo aan mij besteed. Kortom, ik ben gewoon niet zo goed in vrouwen versieren. Waarom weet ik eigenlijk niet zo goed.
Een vriend uit ons gezelschap vertelt een aantal keer een of ander lulverhaal om het gesprek te openen. Heel mooi en volledig verzonnen. Ondanks dat ik niets op tegen verzonnen verhalen heb, zou ik me daar toch wat onprettig bij voelen. Maar goed het werkte wel en via via kom ik met wat mensen in contact. Zo spreek ik met een geneeskundige die een carrièreswitch overwoog, een interieurarchitect (maar dan niet voor bedrijven) en een ietwat verlegen huisarts in spe. De laatste vraagt mij waar ik het met de vorige over heb gehad (zij kennen elkaar). Ik antwoord: "interieur". Dat was immers ook zo.
"Hoezo komen jullie nou weer over interieur in gesprek?"
"Nou, ik vroeg wat ze in het dagelijks leven deed en toen ging het daarover."
"Oh, dus het is een soort standaard openingszin?"
Ik weet het al. Ik ben gewoon te eerlijk voor dit spelletje.

zaterdag 5 februari 2011

Kinderen

Er was ooit een tijd dat ik wel serieus rekening hield met de mogelijkheid dat ik ooit kinderen zou willen. En je weet nooit hoe het loopt, dus ik sluit niets uit. Maar nu ik een aantal mensen ken - zij het slechts indirect - die kinderen hebben, is mijn weerzin tegen ze gegroeid.
Ik was nooit zo heel erg op de hand van kinderen. Als je in de trein of metro zit en iemand heeft kinderen bij zich, dan zijn ze voornamelijk irritant. Ze maken ontzettend veel lawaai en gedragen zich niet. Ik kan het ze moeilijk kwalijk nemen. Als ik al kinderen zou hebben, zou ik ze ook niet willen opvoeden tot de braafste baasjes die gewoon stil in een hoekje zitten. Maar als je er zelf het slachtoffer van word, wil je gewoon dat ze weg zijn. Eerlijk waar, de meest positieve emotie die ik ten opzichte van een kind kan hebben is onverschilligheid. (Ik heb hetzelfde met dieren, maar dat is een ander verhaal.)
Het opvoeden van kinderen duurt een eeuwigheid. Het is funest voor je sociale leven en het is zwaar. Ik snap dat dat een deel van de charme is, want probleemloze kinderen zijn eigenlijk niet leuk om op te voeden. Dan kun je als opvoeder net zo goed wegblijven. Daarnaast is het een erg ondankbare taak. Op een gegeven moment gaan die kinderen puberen en je autoriteit ondermijnen. Dat lijkt me dan nog wel een enigszins leuke fase, omdat het dan meer een strategisch spel wordt. Desalniettemin moet je als je kinderen krijgt, serieus rekening houden met de mogelijkheid dat ze je op een gegeven moment gaan haten. Toen ik dat aan een collega, die net vader geworden was, vertelde, was hij niet blij. Het is misschien geen leuk nieuws, maar het is wel waar. Het komt immers best vaak voor dat kinderen hun ouders op een gegeven moment niet meer uit kunnen staan.
Laatst was ik met een aantal collega's iets gaan drinken. Twee van hen waren nog niet zo lang vader. Ik besloot me toch maar eens te interesseren in hun manier van leven. Ik vroeg hen wat er nou zo leuk aan was. Waarom zou je kinderen willen?
"Nou, het luidt toch een nieuwe fase in in je leven. En het geeft toch een heel nieuwe dimensie aan je leven."
Het was allemaal redelijk vaag, maar ik kon me er ook iets bij voorstellen. Maar veel van de nieuwe dimensie komt ook doordat constant voor dat kind moet zorgen en je daardoor heel veel dingen moet ontzeggen. Je leven wijzigt daardoor ingrijpend en dat is best een nieuwe fase en ook een nieuwe dimensie. Toch had ik het gevoel dat ik het nog niet helemaal begrepen had en dus vroeg ik door.
"Daar kan ik me op zich iets bij voorstellen, maar aan de andere kant als je nog maar één arm hebt, dat geeft ook een heel nieuwe dimensie aan je leven. Dat is ook een nieuwe fase in je leven. Waar is dan precies het verschil?"
Sommige mensen vonden deze vergelijking ongepast. Onder andere omdat je er niet zelf voor kiest om een arm te verliezen en wel zelf kiest voor kinderen. Ik begrijp zelf nog steeds niet zo goed waarom mensen ervoor kiezen om kinderen te nemen, dus dat argument gaat niet echt op. Misschien kan de vergelijking juist mensen prikkelen om nou eens aan te geven waarom je het wél zou willen. Want qua consequenties lijkt het krijgen van kinderen best op het verliezen van een arm: je wordt beperkt in je handelen, je gaat minder de deur uit en familie krijgt de behoefte je vaker op te zoeken. Toch?

maandag 24 januari 2011

Roddels

Roddels hebben iets gaafs. Ze maken alledaagse dingen spannend. Het zijn een soort geheimen, die niet echt geheim zijn, maar die je kunt doorvertellen onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de andere persoon er ook vertrouwelijk mee omgaat. Het is een soort spel, waarbij je constant moet afwegen wat het zwaarste weegt: je bron beschermen, plezier van bizarre verhalen, vermogen om verhalen te verifiëren, niet alarmeren / boos maken van de betrokkenen en (in mindere mate) wat er nu eigenlijk echt gebeurd is.
Tegenwoordig is mijn vriendenkring erg divers. Veel van mijn vrienden kennen elkaar niet eens, laat staan dat ze er roddels over weten. Dat maakt roddelen wat lastig. Af en toe hoor ik nog wel een roddel en vrijwel altijd komt het gevoel van spanning en sensatie weer terug. Het duurt nooit lang om weer precies te begrijpen wat er zo leuk aan is.
In een duistere kant van roddels heb ik nooit zo geloofd. Ik ken wel verhalen van mensen die op hoge poten zich komen beklagen over de verhalen die rondgaan. Dat komt nogal sneu over. Ze moeten er maar tegen kunnen. Sommige mensen zijn bang voor de imagoschade. Maar imagoschade bij de één betekent vrijwel altijd flair bij de ander.
Maar er is laatst iets gebeurd waardoor ik roddels eigenlijk niet zo heel cool meer vind. Een vriendin had al enige tijd een relatie en eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze al niet zo heel goed ging. Daar bovenop kwam ook nog een roddel dat zij met een andere kerel gezoend zou hebben. Er was niets van waar, maar onder deze omstandigheden was het genoeg om de relatie kapot te maken. Toen ze mij hierover vertelde, was er iets in haar gebroken. En ondanks dat ik toen de roddel voor het eerst hoorde, voelde ik me schuldig. Ik besefte me dat ik bij iemand die ik minder goed kende best in staat zou zijn geweest de roddel ook te verspreiden en zo aan haar ellende bij te dragen. Het feit dat zij al bezet was, zou immers alleen maar de sappigheid van de roddel vergroten. Het is alsof ik werd geconfronteerd met gevolgen van mijn wat daden hadden kunnen zijn.
Roddelen heeft een wrange bijsmaak gekregen. Houd ik er dan mee op? Misschien voor even. Maar ik denk dat als ik nieuwe roddels zou horen ik zeer gemakkelijk net zo gemakkelijk enthousiast zou worden. Nu maar hopen dat ik het verschil tussen schuldig en onschuldig roddelen kan blijven inzien.

zaterdag 22 januari 2011

Vreemdelingenangst

Ik denk dat angst voor vreemdelingen redelijk universeel is. Als iemand uit een andere cultuur komt, is het lastig hem in te schatten. Het is lastig een beeld te krijgen bij wat hem beweegt en hoe hij denkt. Bij gebrek aan inzicht kan niet iedereen het opbrengen om extra interesse te tonen. Mensen gaan gemakkelijk delen inkleuren of zaken versimpeld weergeven.
Hierin zit een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant wil de dominante cultuur de minderheden dwingen zich te conformeren aan hun eigen denkbeelden. Aan de andere kant wordt elke poging van de minderheid om haar eigen cultuur te verspreiden gezien als een bedreiging en vaak worden daar kwaadwillende motieven achter gezocht.
In de Westerse geschiedenis zijn de joden steeds een minderheid geweest. Zij zijn vaak slecht behandeld. Daarnaast zonderden de joden zich vaak af (zij het noodgedwongen), een deel van hen kleedde anders, zijn speelden klezmermuziek (toch ook heel anders), aten heel ander voedsel at en hielden er afwijkende gebruiken op na. Voor de dominante bevolkingsgroepen was de joodse wereld niet erg inzichtelijk. Sommige joden pasten zich in de loop van tijd aan en waren nauwelijks meer van gewone burgers te onderscheiden. Anderen bleven zich terugtrekken in hun eigen gemeenschap. De dominante cultuur vroeg de joden zich aan te passen, maar elke joodse invloed op de dominante cultuur werd argwanend bekeken.
We weten allemaal wat er uiteindelijk gebeurd is. Sinds de Tweede Wereldoorlog is antisemitisme heel erg 'not done' geworden. De overduidelijke redenen waren de slechte naam die antisemitisme door het nationaal-socialisme gekregen had, de sympathie voor de joden naar aanleiding van de holocaust en het nieuwe vijandbeeld van de communisten.
Maar er is nog een andere reden waarom antisemitisme niet weer terug kwam. Na de holocaust zat bij de joden de schrik er goed in. Veel van de joden die het overleefd hadden, trokken weg uit Europa. Degenen die achterbleven waren niet vaak de meest orthodoxe joden. Het waren ook niet de joden die teruggetrokken in hun eigen gemeenschap leefden. Het waren ook niet de klezmermuzikanten. Het waren juist de joden die zich op weinig onderscheidden van de rest van de bevolking. Dat heeft iets heel crus. De jodenhaat keerde niet terug, juist omdat de holocaust er zo succesvol in was geweest om zoveel mogelijk authentiek joodse elementen uit te roeien.

zondag 16 januari 2011

Per spoor (kedeng kedeng)

Een tijd terug zat ik met een goede vriend van mij in een best wel foute Nederlandstalige kroeg. Het nummer Per Spoor (Kedeng Kedeng) van Guus Meeuwis werd gedraaid. En terwijl wij naar het nummer luisterden (en soms ook meezongen), viel ons een eigenaardigheid op. Beschouw de volgende zinnen:
Van achter een pilaar verschijnt haar lachende gezicht
Voor mijn gevoel lijkt alles langs haar heen te gaan
En ik ren op haar af, zij komt mij tegemoet
En achter ons vertrekt de trein, omdat de trein nu eenmaal verder moet

De vraag is: hoe kun je frontaal op elkaar afrennen en dat er toch een achter jullie beiden is? Op de viltjes tekenden wij verschillende theorieën uit: schuin op elkaar afrennen (lijkt niet logisch), een kuise schouderomhelzing (moeilijk te rijmen met het volgende couplet), aankomst op een station waar je niet 'doorheen' kan (zoals Den Haag Centraal, maar dat is enkel een eindpunt, dus dan gaat de trein niet 'verder'), loopbruggen (die was nog best aardig) of de laatste zin wordt vanuit een onafhankelijke toeschouwende menigte bezien.
Erg bevredigend waren de verklaringen allemaal niet. Een half uur later kwam een meisje bier bestellen. Terwijl ze wachtte, zag ze de viltjes en vroeg ze wat het was. Ik vertelde haar kort het verhaal. Ze keek ons vreemd aan en vond ons overduidelijk maar een stelletje rare kerels dat wij hierover nadachten. Maar ze nam het viltje uiteindelijk wel mee.
Afgelopen week kwam dit verhaal nogmaals ter sprake bij een andere vriendengroep. En er werd besloten maar eens een keer naar ondersteunend bewijs te kijken: de clip. Daaruit leerden wij dat het nummer gaat over een treinreis Breda - Eindhoven. Guus Meeuwis stapt in Eindhoven aan het einde van het perron uit, vervolgens rennen zij beiden op elkaar af, omhelzen elkaar en draaien een paar keer in de rondte, terwijl in de achtergrond de trein vertrekt. Technisch gesproken is het nog steeds geen 'achter ons', maar met wat voorstellingsvermogen valt dit ook wel eronder te scharen. Het probleem leek opgelost.
De volgende dag stonden wij in de kroeg en werd weer Per Spoor (Kedeng Kedeng) gedraaid. En terwijl wij meesprongen op de muziek, kwamen we erachter dat de oplossing voor nieuwe vreemde elementen zorgde. Want als het nummer over de treinreis Breda - Eindhoven gaat, waarom is Guus Meeuwis 's ochtends vroeg vertrokken in de luwte? Dat kan natuurlijk. Dan komt hij ook absurd vroeg aan in Eindhoven. Alhoewel, je weet het nooit met de NS. Maar als hij een tijd lang stil staat is het referein 'Kedeng Kedeng' weer niet zo toepasselijk.
Daarnaast is Guus Meeuwis een echte Brabander en we mogen aannemen dat hij Brabant een beetje kent. Toch zingt hij: 'Ik kom op plaatsen waar ik nooit ben geweest'. Voor zover ik weet stopt de trein Breda - Eindhoven alleen nog in Tilburg. Maar misschien komt hij emotioneel op plaatsen in zichzelf, waar hij nog nooit is geweest. Dat zou nummer gelijk weer een stuk dweperiger maken.
In ieder geval zien we dat een ogenschijnlijk simpel nummer toch behoorlijk veel diepgang in zich heeft. Zo zie je maar weer. Kunst roept vragen op in mensen.

zaterdag 8 januari 2011

Van indie kleding naar nette kleding en weer terug

Vier dagen in de week werk ik in pak en dus heb ik overhemden nodig. Je kunt ook overhemden bij de HEMA kopen, maar dan weet je zeker dat het niets bijzonders wat je koopt. En ik wil wel iets bijzonders. Dan heb ik het gevoel dat ik niet zo'n grijze muis ben. Dat ben ik gelukkig al niet op mijn werk, maar ik zou het zo jammer vinden als je dat op het eerste gezicht wel zou denken. Ik wil een kostuum met indie uitstraling.
Je zou dus verwachten dat als je naar een winkel gaat die adverteert met goede kwaliteit dat die ook een bijzonder assortiment heeft. Dat valt in de praktijk vaak tegen. Het is ongeïnspireerd en veelal hetzelfde. De stof zal best wel van betere kwaliteit zien, maar echt vernieuwend en mooi is het niet te noemen. Toen ik laatst een keer manchetknopen wilde kopen, bleken ze alleen maar de meest standaardvormen te hebben. Het meest creatieve bestond uit een oud één gulden cent muntje. Die was wel grappig, maar die had ik gelijk al een keer bij iemand anders gezien.
Maar het meest vervelende is dat in alle winkels waar je overhemden kunt kopen, het personeel bestaat uit enorme corpsballen. Van die kerels waarvan je kunt zien dat ze jong zijn, dat ze heel arrogant stoer kijken, alsof het echt een hele prestatie is dat ze daar werken. Ze werken echter gewoon in een kledingzaak. (Gelukkig nog wel slechts als bijbaan, zo mag ik hopen.)
In één winkel werd ik door het personeel wantrouwig aangekeken alsof ze in de gaten wilden houden wat ik eigenlijk aan het doen was. Het komt vast niet heel vaak voor dat iemand in redelijk indie kleding even snel wat dure overhemden uitzoekt. (Ik ga me echt niet net kleden, omdat ik nette kleding ga kopen, dat klinkt innerlijk tegenstrijdig.) Ik heb daar maar zo snel mogelijk zo veel geld uitgegeven om te zorgen dat ze er helemaal niets meer van snapte. Misschien niet handig om onbeleefde verkopers in de business te houden, maar ik vind werkkleding kopen nou eenmaal vervelend en ik wil er zo snel mogelijk van af zijn.
De laatste stop had ik meer geluk. Volgens mij was het de eerste werkdag van de corpsbal in kwestie. Hij kwam niet helemaal uit het kassasysteem, mompelde wat binnensmonds en moest door zijn baas laten controleren over hij de spelden voor het tailleren wel goed had gezet. Toen ik afrekende zag ik dat hij wat afgerafelde bandjes om zijn pols had, onder zijn pak. Helaas niet van festivals, maar toch nog een vleugje indie mentaliteit tussen de overhemden en pakken.