dinsdag 10 april 2012

Parsifal

Deze Pasen zat ik in Wenen. Zoals dat hoort in de stad waaruit zoveel klassieke muziek komt, ben ik ook even naar de opera geweest. 'Even' is niet helemaal het correcte woord. Ik ging namelijk naar 'Parsifal' en dat is een Wagneropera. Deze duurde maar liefst 4,5 uur (5 uur inclusief pauzes). Muzikaal erg goed, maar je vraagt je toch af of het ook korter kan.

Volgens mij wel. Het verhaal gaat over ridders van de Heilige Graal, wiens koning Amfortas lijdt onder een wond van de heilige Speer. De onnozele held Parsifal moet hem hiervan redden door de speer van de slechterik Klingsor te veroveren en de wond te herstellen. Amfortas' dienares Kundry (die stiekem voor Klingsor werkt) probeert hem te verleiden. Dit lukt niet, waardoor Parsifal de Speer weet te veroveren en Klingsor ermee weet te doden.

Dit alles gebeurt allemaal in de 3 uur van de eerste twee actes. Alle wezenlijke problemen zijn daarmee al opgelost en Parsifal hoeft alleen maar de heilige Speer terug te brengen. Toch weet Wagner er nog een derde acte uit te slepen van anderhalf uur. In de derde acte komt Parsifal een ridder van de Heilige graal tegen, die hem eerst niet herkent, daarna wel en vervolgens pas de Speer herkent. Daarna wordt hij naar Amfortas gebracht, die net als in acte 1 uitgebreid zijn eigen lot aan het beklagen is en vraagt aan zijn ridders om hem te doden. Parsifal verschijnt net op tijd met de heilige Speer en herstelt de wond van Amfortas. Omdat Amfortas het regeren zat is, wordt Parsifal vervolgens de volgende koning. Erg mooi allemaal, maar 1,5 uur lijkt mij voor deze gebeurtenissen wat overdreven.

dinsdag 29 november 2011

Promoveren

Een collega van mij promoveert momenteel. Hij werkt 4 dagen op kantoor, de vijfde op de universiteit. Soms hij een maand weg, dan zit hij die maand alleen maar op de universiteit. Zodanig dat hij op jaarbasis zo'n 60 % van de tijd werkt en 40 % van de tijd promoveert (afgezien van vakanties dan).
Het is een best leuke variatie in werkzaamheden. Een beetje studeren, een beetje praktisch bezig zijn. Ook het lesgeven lijkt me best interessant. Wat dat betreft zou ik best wel willen promoveren. Maar ik voel er weinig voor om een klein onderwerp te nemen en me daar helemaal in te verdiepen zodanig dat alle ins en outs daarvan ken. Ik zou een iets grootser project willen.
Zo bedacht ik mij vorige week wat mijn promotie-onderzoek zou moeten zijn. Ik zou één concept nemen in het fiscale recht en dat in zijn context plaatsen. Het voorbeeld wat ik bedacht was 'fraus legis', oftewel misbruik van recht. Ik zou dan onderzoeken hoe dat werkt in het Nederlandse rechtssysteem en in een paar andere rechtssystemen. Maar dan ook echt heel erg andere rechtsystemen. Ik dacht bijvoorbeeld aan het Romeinse recht, de Franse traditie, Nazi-Duitsland, post-communistisch Rusland / China, postkoloniaal India en een paar Zuid-Amerikaanse landen. Daarnaast pik ik gelijk de UK en de US even mee, maar dat doet iedereen.
Het eigenlijke punt van het promotieonderzoek zou niet slechts gaan over de vergelijking tussen de verschillende rechtssystemen, maar de centrale vraag: 'wat zeggen de algemene anti-misbruikbepalingen in het belastingrecht over de visie die er in een dergelijk land bestaan over de verhouding tussen burger en overheid'. Ik kan me voorstellen dat er in Nazi-Duitsland een stuk minder bezwaar tegen bestond om de burgers hard aan te pakken en hen rechtsbescherming te ontnemen dan bij ons. Maar om deze vraag te beantwoorden kun je niet volstaan met een kille beschrijving van de fiscale systemen. Je moet ook de rechtstheorie en de historie in. Zo komen filosofie, geschiedenis en fiscaal recht samen. Dat is best bijzonder. Misschien ben ik wel de enige die een dergelijk stuk zou kunnen schrijven.
Alleen is het maar de vraag of ik het wel zou kunnen schrijven. Zoals ik het hierboven schets, is veel te omvangrijk en veel te groot. Dat maakt niet uit. Dat daagt mij alleen maar uit. En wie weet zal ik in het proces het één en ander moeten laten vallen. Dat hindert niet. Dat is de natuurlijke vorm van een dergelijk project.
We zijn nu een week verder. Ik heb het met een aantal mensen erover gehad. Ik ben er enthousiast over geweest. Maar als ik nu terugkijk, doet het project me vrij weinig. Het is alweer een benoemd iets, niets revolutionairs meer. Het is een trucje, wat ik denk uit te kunnen voeren. Het is een project waarvan ik al een idee heb waar het ongeveer moet eindigen. Met andere woorden, het aanvankelijke enthousiasme is al flink getaand. Het zal er voorlopig wel niet van komen.

zondag 6 november 2011

Onvertaalbaar

Ze zeggen wel dat mensen die tweetalig opgroeien ook later een groot voordeel in het leven hebben. Dat voordeel bestaat erin dat zij al vanaf jonge leeftijd weten dat de wereld niet vanzelfsprekend op één manier in elkaar zit. Dat er meerdere manieren zijn om hier tegenaan te kijken. Want per taal wordt er verschillend naar de wereld gekeken. Dit zit niet in het verschil in woorden, maar in de manier waarmee er met concepten wordt omgegaan. In de vertaling gaan vaak nuances verloren. Sommige uitdrukking zijn zelfs totaal onvertaalbaar.
De meeste van ons (waaronder ook ikzelf) kregen deze ervaring pas later, toen ze een andere taal gingen leren. Wij kunnen ons verwonderen over het perspectief dat deze andere taal heeft. Maar omgekeerd verwonderen wij ons zelden tot nooit over het perspectief dat in het Nederlands verscholen ligt. Dat is omdat wij dit perspectief nog steeds als een vanzelfsprekendheid ervaren.
Toch heeft het Nederlands een aantal mooie uitdrukkingen, waarvan ik niet direct zou weten hoe ik die in een andere taal zou moeten zeggen. Neem nu de volgende passage:

Gisteravond ben ik in het Pakhuis verzeild geraakt. Dat ging echt helemaal nergens meer over. Nou ja, je komt nog eens ergens, zullen we maar zeggen. Ik probeerde gewoon mijn ding te doen, maar die jongens daar zaten zitten toch echt op een andere manier in de wedstrijd. Er kwam een kerel op mij af die echt de idioot ging uithangen. Ik trok hem echt heel slecht. Ik ben nog tien minuten gebleven en daarna vond ik het wel best verder. Een vriend van mij wilde het nog even aankijken, maar ik geloofde verder wel en heb er de brui aan gegeven.

Doet iemand een poging dit te vertalen?

P.S.: De eerste poging (door Google Translate) levert het volgende resultaat op:
"Last night I ended up in the warehouse. It was really do anything about it. Well, you come again sometime, shall we say. I just tried to do my thing, but there were guys who are really in a different way in the game. There was a guy approached me who the idiot really did hang. I pulled it really bad. I have ten minutes left and then I thought it best to continue. A friend of mine wanted a little look, but I believe more can and have given in the towel."

maandag 10 oktober 2011

Digitale camera's

Na 3,5 jaar trouwe dienst heeft mijn fotocamera het begeven. Ik had hem ooit gekocht voor mijn wereldreis en hij is bij elk belangrijk moment sindsdien aanwezig geweest. Je zou zeggen dat we toch een soort band hebben opgebouwd. Ik denk dat ik hem nog een weekje houd, misschien zelfs een maandje, maar dat hij dan in het grof vuil belandt. Het heeft weinig zin je te binden aan vergankelijke dingen.
Een paar weken was mij iets opgevallen. De foto's van mijn wereldreis pasten net aan op de 2 GB SD kaart. Een jaar na mijn wereldreis moest ik de laatste foto's van mijn wereldreis verwijderen. De laatste tijd kon mijn camera nog maximaal 3 maanden aan foto's aan. De opslagcapacitieit van mijn toestel was niet veranderd, ook de resolutie niet. Het enige wat veranderde in de tussenliggende periode was ikzelf. Ik nam gewoon veel meer foto's dan voorheen.
Daarin ben ik geen uitzondering. Waar het een jaar of 5 geleden makkelijk voorkwam dat er feestjes voorbij gingen zonder dat er foto's op internet verschenen, wordt tegenwoordig elk wissewasje gedocumenteerd. En wat gedocumenteerd wordt, wint gelijk aan waarde, ook in herinnering. Van feestjes waar aansprekende foto's zijn genomen neem ik een enkele foto op in mijn persoonlijke opslag. Het gevolg is dat ik die soms nog tegenkom en aan het feestje wordt herinnerd. Aan de vele feestjes die ongedocumenteerd voorbij zijn gegaan, word ik zelden tot nooit herinnerd, niet in beeld althans.
Je zou je kunnen afvragen hoe getrouw mijn herinnering is. Misschien zijn mijn goede herinneringen wel gekleurd door het feit dat er goede foto's zijn gemaakt. Dat zal ongetwijfeld zo zijn, maar het kan me niet zo veel schelen. Wat ik meer jammer vind, is dat er goede feestjes / gelegenheden zijn geweest die zonder foto's gepasseerd zijn. Ik noem er een paar.
- de avond op mijn studentenvereniging Cleo dat wij met 5 man besloten spontaan een fust te kopen, terwijl er maar 10 man in de bar waren;
- de Gebcie-overdracht 2005, waarbij ik mijn taak als hoofd tappers beëindigde en nog een boek van Machiavelli cadeau deed aan mijn opvolger;
- de uitwisselingsweek van mijn middelbare school, waarbij wij in de Hollandse polder Belgische middelbare scholieren uit Brussel ontvingen. Een paar keer uit geweest in Alkmaar;
- het introductiekamp 2002 van geschiedenisstudievereniging Ubbo Emmius. Van het kamp een half jaar later (wat ook wel leuk is), waren wel foto's, maar die heb ik niet;
- vakantie in Llanfair Caerenion, jaar is mij ontschoten, ik gok 2001. Veel dingen in het dorp, een barbecue en een bezoek aan een kasteel herinner ik mij nog;
- Wie is de mol 2005, mijn eerste Wie is de mol op mijn studentenvereniging Cleopatra. Mijn eigen stomme fout, ik had wel foto's overwogen, maar heb het niet gedaan;
- De versiering van de 'Wired'-dag van de KEI-COEP 2006 (de commissie die de KEI-week op Cleo organiseerde, ik zat er dit jaar in). Het hele pand was versierd met elektrische kabels (die uiteraard niet aangesloten waren, maar alleen maar de suggestie opwekte van stroom);
- De borrel van mijn werk in café Stockholm, waar ik vreselijke ruzie kreeg met mijn toenmalige vriendin. Achteraf gezien schijnt het een leuk feestje geweest te zijn, daar had ik graag wat meer van mee gekregen;
- Het eindfeest van de introductieperiode op Cleopatra in 2008. Het thema was 'Tikibar', het was zo mooi versierd en er was geen enkel bewijs meer van. (Overigens is de speurtocht van een paar dagen eerder ook jammerlijk niet gedocumenteerd, net als de speurtocht van legendarische 'misdaad-IC' 2005).

zaterdag 24 september 2011

Een volks Rotterdams café

Een collega vertelde mij laatst dat hij in een volks Rotterdams café was geweest. Je weet wel, waar het vol zit met oude mannetjes die alleen maar drinken, roken en over de politiek lopen te zaniken. Hij was daar met wat vrienden en ze gingen er gewoon gezellig bij zitten en werden zo in het gesprek meegenomen.
Uiteraard waren het types die Den Haag maar niks vonden en bijna blind achter Geert Wilders aanliepen. Zij hadden constant over de 'invasie'. Met de 'invasie' wordt de invasie van moslims bedoeld. Er zat ook één allochtoon in het café, een vaag figuur die een beetje de weg kwijt was. Over hem zeiden ze: 'Ali is de enige goede allochtoon, de enige. Maar als de uitzettingen beginnen, dan moeten ze allemaal weg, ook Ali.'
Verderop in het gesprek zei een van de volkse Rotterdammers: 'Heb je de politiek in Den Haag een beetje gevolgd? Ik vertel je, er is er maar eentje die simpele antwoorden geeft. Maar eentje. Dat is Geert.'
'Ja, dat kan wel,' antwoordde het jonge jochie. 'Maar soms krijg je gewoon een vraag over iets een complex, dus dan moet je gewoon een complex antwoord geven.'
Hierom moest de oude Rotterdammer lachen. Ok, op dat punt gaf hij de indringers in het café toch maar gelijk.

zondag 18 september 2011

Familiereünie

Er zijn van die gelegenheden waar indirecte familieleden elkaar na jaren pas weer zien. Meestal zijn oude vetes en spanningen wat meer weggeeëbt, maar meestal verschijnen na een tijdje oude patronen weer. Je krijgt dan dit soort patronen.
Zij: 'Je moet wat van dat lamsgehakt proberen, dat is echt heel goed.'
Hij: 'Ik houd niet van gehakt. Ze stoppen er allemaal spul in en ik vertrouw het niet.'
Zij: 'Maar het is lamsgehakt, he? Dat maakt het wel anders.'
Hij: 'Nee, ik hoef dat niet.'
Zij: 'Jij bent nog net zo koppig als vroeger.'
Hij: 'En jij bent nog net zo direct en dominant als vroeger.'

donderdag 18 augustus 2011

Amerikanen in Stockholm

Een paar weken geleden was ik in Stockholm. Ik sloot mij aan bij een rondleiding door het koninklijk paleis, een massief blok in het centrum van de stad. Toen het oude paleis was afgebrand, hebben ze begin 18e eeuw er een paleis gebouwd dat leek op Versailles, maar stiekem op elk vlak een beetje onder moest doen voor het grotere broertje. Desalniettemin, was het een geweldig groot gebouw met tal van wachtkamers, dinerskamers, balzalen, enzovoort.
Een ietwat nichterige gids leidde ons door het hele paleis en vertelde ons de ene anecdothes na de andere. Bijna aan het eind van de rondleiding stapte een Amerikaanse dame af op de gids om toch iets te vragen wat haar op het hart lag: "Why doesn't this palace have any towers?'
'They were out fashion, when the palace was built', antwoordt de gids snel en correct.
'Then how did people know it was a castle?' vraagt de Amerikaanse toerist.
De gids viel even stil en keek de vrouw aan om te zien of ze het wel serieus meende. Toen zei hij in een diepe oprechte stem: 'Oh, believe me. They would know.'
De vrouw leek nog steeds niet overtuigd en mompelde nog 'But how?', maar het gesprek was al voorbij en we gingen door naar de volgende zaal.