dinsdag 29 november 2011

Promoveren

Een collega van mij promoveert momenteel. Hij werkt 4 dagen op kantoor, de vijfde op de universiteit. Soms hij een maand weg, dan zit hij die maand alleen maar op de universiteit. Zodanig dat hij op jaarbasis zo'n 60 % van de tijd werkt en 40 % van de tijd promoveert (afgezien van vakanties dan).
Het is een best leuke variatie in werkzaamheden. Een beetje studeren, een beetje praktisch bezig zijn. Ook het lesgeven lijkt me best interessant. Wat dat betreft zou ik best wel willen promoveren. Maar ik voel er weinig voor om een klein onderwerp te nemen en me daar helemaal in te verdiepen zodanig dat alle ins en outs daarvan ken. Ik zou een iets grootser project willen.
Zo bedacht ik mij vorige week wat mijn promotie-onderzoek zou moeten zijn. Ik zou één concept nemen in het fiscale recht en dat in zijn context plaatsen. Het voorbeeld wat ik bedacht was 'fraus legis', oftewel misbruik van recht. Ik zou dan onderzoeken hoe dat werkt in het Nederlandse rechtssysteem en in een paar andere rechtssystemen. Maar dan ook echt heel erg andere rechtsystemen. Ik dacht bijvoorbeeld aan het Romeinse recht, de Franse traditie, Nazi-Duitsland, post-communistisch Rusland / China, postkoloniaal India en een paar Zuid-Amerikaanse landen. Daarnaast pik ik gelijk de UK en de US even mee, maar dat doet iedereen.
Het eigenlijke punt van het promotieonderzoek zou niet slechts gaan over de vergelijking tussen de verschillende rechtssystemen, maar de centrale vraag: 'wat zeggen de algemene anti-misbruikbepalingen in het belastingrecht over de visie die er in een dergelijk land bestaan over de verhouding tussen burger en overheid'. Ik kan me voorstellen dat er in Nazi-Duitsland een stuk minder bezwaar tegen bestond om de burgers hard aan te pakken en hen rechtsbescherming te ontnemen dan bij ons. Maar om deze vraag te beantwoorden kun je niet volstaan met een kille beschrijving van de fiscale systemen. Je moet ook de rechtstheorie en de historie in. Zo komen filosofie, geschiedenis en fiscaal recht samen. Dat is best bijzonder. Misschien ben ik wel de enige die een dergelijk stuk zou kunnen schrijven.
Alleen is het maar de vraag of ik het wel zou kunnen schrijven. Zoals ik het hierboven schets, is veel te omvangrijk en veel te groot. Dat maakt niet uit. Dat daagt mij alleen maar uit. En wie weet zal ik in het proces het één en ander moeten laten vallen. Dat hindert niet. Dat is de natuurlijke vorm van een dergelijk project.
We zijn nu een week verder. Ik heb het met een aantal mensen erover gehad. Ik ben er enthousiast over geweest. Maar als ik nu terugkijk, doet het project me vrij weinig. Het is alweer een benoemd iets, niets revolutionairs meer. Het is een trucje, wat ik denk uit te kunnen voeren. Het is een project waarvan ik al een idee heb waar het ongeveer moet eindigen. Met andere woorden, het aanvankelijke enthousiasme is al flink getaand. Het zal er voorlopig wel niet van komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten