maandag 1 februari 2010

Cultureel contact in Avatar

Ik ben gister toch maar naar de bioscoop geweest om de nieuwste filmsensatie te bekijken. En om de waarheid te zeggen was ik niet zo onder de indruk. Ik kan natuurlijk heel erg gaan afgeven op het verhaal (wat aan een zijden draadje aan elkaar hangt), het feit dat zelfs onder de inboorlingen te pas en te onpas Engels gesproken wordt, de ontzettende zwart-wit scheiding in goed en kwaad, de voorspelbare 'love interest of over het feit dat ik als kijker me nauwelijks identificeerde met welke partij in het verhaal dan ook. Dat zou allemaal terechte kritiek zijn, maar daar ga ik het nu niet over hebben.
Laat ik het gaan hebben over het element wat ik nog wél interessant vond. Hoofdpersoon Jake Sully is een verbitterde harde ex-marinier die totaal onvoorbereid naar de planeet komt. Over de inboorlingen (Na'vi) en de planeet (Pandora) heeft hij geen mening. Hij heeft eigenlijk nergens een mening over. Hij is totaal onvoorbereid. Door omstandigheden komt hij in aanraking met de Na'vi en wordt hij steeds meer opgenomen in hun samenleving. Aan het begin voelt hij zich vooral vervreemd, maar langzaam en zeker gaat hij steeds verder op in de lokale belevingswereld. Hij raakt in een staat van verwondering over de wereld van de Na'vi. De Na'vi zijn weliswaar een primitief volk, maar ze staan wel veel dichter bij de natuur en leven in harmonie met alle dingen om hen heen.
Na verloop van tijd en vermoeidheid weet hij niet meer waar zijn loyaliteit ligt. In feite is hij net zo'n boomknuffelaar geworden als de wetenschappers waar hij in het begin van de film zo'n hekel aan heeft. Eigenlijk nog erger, omdat hij zijn twee werelden niet meer uit elkaar kan houden. Volledig in vervoering kiest hij vervolgens de kant van de Na'vi.
De Na'vi worden neergezet als een soort 'nobele wilden'. Primitief, ruw, maar wel dichterbij de natuur. In de ontknoping (waar een deus ex machina in zijn zuiverste vorm aan te pas komt) blijkt het gehele wereldbeeld van de Na'vi niet slechts religie, maar gewoon de waarheid. De strijd tussen goed en kwaad wordt zo een strijd tussen waarheid en leugens, een strijd waarin zelfs God niet neutraal blijft.
In mijn persoonlijke ervaringen van cultureel contact keren altijd twee zaken terug. Enerzijds is er inderdaad die staat van verwondering. Andere culturen laten andere manieren om tegen de wereld aan te kijken, andere gebruiken, die twijfel oproepen over je eigen wereldbeeld en je eigen gebruiken. Soms kun je de waarde van de andere cultuur inzien en daarvoor bewondering koesteren. Anderzijds is er de pure vervreemding. Doordat er dingen gebeuren die je niet kan plaatsen, voel je je ontheemd. Andere gebruiken kunnen hun inbedding diep in een samenleving hebben, een samenleving die ook altijd hard is en niet op jouw waarden is gebaseerd. Dat betekent dat die waarden met voeten worden getreden.
Beide elementen zijn steeds in een culturele ontmoeting aanwezig. Ik denk dat zelfs de meest snobbistische westerlingen een beetje verwondering ervaren en dat zelfs de meest cultureel correcte anthropologen die vervreemding ervaren (dat laatste blijkt ook uit hoe de grote helden van de culturele anthropologie in privé over de lokale bevolking dachten). In Avatar overheerst in het begin het tweede element, maar dat wordt vrij snel verdrongen door het eerste element. De vervreemding maakt plaats voor volledig begrip. Het verhaal wordt daarmee een soort negentiende eeuws romantisch verhaal over primitievelingen die niet ondanks, maar juist dankzij hun gebrek aan technologie eigenlijk veel beter af zijn. Beschaving en ontwikkeling is verkeerd, omdat je zo het contact met de natuur verliest.
Maar is dit werkelijk zo? Zijn wij echt zo slecht af? Of zou er ook in primitieve samenlevingen onderdrukking plaatsvinden? Doordat het verhaal op een andere planeet afspeelt, maakt filmmaker James Cameron zich immuun voor deze kritiek. De film moet dus gezien worden in het verlengde van de utopische traditie. Eeuwen geleden beschreven schrijvers ideale samenlevingen aan de andere kant van de wereld, juist omdat ze daarover vrijelijk konden fantaseren. Tegenwoordig fantaseren we over planeten ver weg.
Maar zelfs als utopie faalt Avatar. De samenleving waar het over gaat, komt niet veel verder dan een sjamaan en een clanleider. Andere vormen van sociale orde komen niet aan de orde. Ik had het verhaal mooier gevonden dat Jake vanuit zijn verbitterdheid zich afkeert van de Westerse samenleving en zich door zijn verwondering op sleeptouw laat nemen en de samenleving van de Na'vi, ook met zijn ogenschijnlijk negatieve kanten omarmt. Dat is een mooi verhaal, maar dat is niet wat er gebeurt. Jake kan aan het einde van de film nog steeds zeggen dat hij gehandeld heeft uit humaniteit, respect en allerlei andere westerse waarden. De utopie blijft steken op de essentie, 'in harmonie met de natuur' leven. Dat ideaal is door en door westers. Voor de primitieve volken bestaat dit ideaal niet, het ideaal stamt regelrecht uit een Westerse literaire traditie over primitieve samenlevingen. Na 3 uur film kwam ik dus tot de conclusie dat 'cultureel contact', het element dat mij eigenlijk het meest spannend aan de film leek, eigenlijk helemaal niet in Avatar voorkomt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten