maandag 24 januari 2011

Roddels

Roddels hebben iets gaafs. Ze maken alledaagse dingen spannend. Het zijn een soort geheimen, die niet echt geheim zijn, maar die je kunt doorvertellen onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de andere persoon er ook vertrouwelijk mee omgaat. Het is een soort spel, waarbij je constant moet afwegen wat het zwaarste weegt: je bron beschermen, plezier van bizarre verhalen, vermogen om verhalen te verifiëren, niet alarmeren / boos maken van de betrokkenen en (in mindere mate) wat er nu eigenlijk echt gebeurd is.
Tegenwoordig is mijn vriendenkring erg divers. Veel van mijn vrienden kennen elkaar niet eens, laat staan dat ze er roddels over weten. Dat maakt roddelen wat lastig. Af en toe hoor ik nog wel een roddel en vrijwel altijd komt het gevoel van spanning en sensatie weer terug. Het duurt nooit lang om weer precies te begrijpen wat er zo leuk aan is.
In een duistere kant van roddels heb ik nooit zo geloofd. Ik ken wel verhalen van mensen die op hoge poten zich komen beklagen over de verhalen die rondgaan. Dat komt nogal sneu over. Ze moeten er maar tegen kunnen. Sommige mensen zijn bang voor de imagoschade. Maar imagoschade bij de één betekent vrijwel altijd flair bij de ander.
Maar er is laatst iets gebeurd waardoor ik roddels eigenlijk niet zo heel cool meer vind. Een vriendin had al enige tijd een relatie en eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze al niet zo heel goed ging. Daar bovenop kwam ook nog een roddel dat zij met een andere kerel gezoend zou hebben. Er was niets van waar, maar onder deze omstandigheden was het genoeg om de relatie kapot te maken. Toen ze mij hierover vertelde, was er iets in haar gebroken. En ondanks dat ik toen de roddel voor het eerst hoorde, voelde ik me schuldig. Ik besefte me dat ik bij iemand die ik minder goed kende best in staat zou zijn geweest de roddel ook te verspreiden en zo aan haar ellende bij te dragen. Het feit dat zij al bezet was, zou immers alleen maar de sappigheid van de roddel vergroten. Het is alsof ik werd geconfronteerd met gevolgen van mijn wat daden hadden kunnen zijn.
Roddelen heeft een wrange bijsmaak gekregen. Houd ik er dan mee op? Misschien voor even. Maar ik denk dat als ik nieuwe roddels zou horen ik zeer gemakkelijk net zo gemakkelijk enthousiast zou worden. Nu maar hopen dat ik het verschil tussen schuldig en onschuldig roddelen kan blijven inzien.

zaterdag 22 januari 2011

Vreemdelingenangst

Ik denk dat angst voor vreemdelingen redelijk universeel is. Als iemand uit een andere cultuur komt, is het lastig hem in te schatten. Het is lastig een beeld te krijgen bij wat hem beweegt en hoe hij denkt. Bij gebrek aan inzicht kan niet iedereen het opbrengen om extra interesse te tonen. Mensen gaan gemakkelijk delen inkleuren of zaken versimpeld weergeven.
Hierin zit een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant wil de dominante cultuur de minderheden dwingen zich te conformeren aan hun eigen denkbeelden. Aan de andere kant wordt elke poging van de minderheid om haar eigen cultuur te verspreiden gezien als een bedreiging en vaak worden daar kwaadwillende motieven achter gezocht.
In de Westerse geschiedenis zijn de joden steeds een minderheid geweest. Zij zijn vaak slecht behandeld. Daarnaast zonderden de joden zich vaak af (zij het noodgedwongen), een deel van hen kleedde anders, zijn speelden klezmermuziek (toch ook heel anders), aten heel ander voedsel at en hielden er afwijkende gebruiken op na. Voor de dominante bevolkingsgroepen was de joodse wereld niet erg inzichtelijk. Sommige joden pasten zich in de loop van tijd aan en waren nauwelijks meer van gewone burgers te onderscheiden. Anderen bleven zich terugtrekken in hun eigen gemeenschap. De dominante cultuur vroeg de joden zich aan te passen, maar elke joodse invloed op de dominante cultuur werd argwanend bekeken.
We weten allemaal wat er uiteindelijk gebeurd is. Sinds de Tweede Wereldoorlog is antisemitisme heel erg 'not done' geworden. De overduidelijke redenen waren de slechte naam die antisemitisme door het nationaal-socialisme gekregen had, de sympathie voor de joden naar aanleiding van de holocaust en het nieuwe vijandbeeld van de communisten.
Maar er is nog een andere reden waarom antisemitisme niet weer terug kwam. Na de holocaust zat bij de joden de schrik er goed in. Veel van de joden die het overleefd hadden, trokken weg uit Europa. Degenen die achterbleven waren niet vaak de meest orthodoxe joden. Het waren ook niet de joden die teruggetrokken in hun eigen gemeenschap leefden. Het waren ook niet de klezmermuzikanten. Het waren juist de joden die zich op weinig onderscheidden van de rest van de bevolking. Dat heeft iets heel crus. De jodenhaat keerde niet terug, juist omdat de holocaust er zo succesvol in was geweest om zoveel mogelijk authentiek joodse elementen uit te roeien.

zondag 16 januari 2011

Per spoor (kedeng kedeng)

Een tijd terug zat ik met een goede vriend van mij in een best wel foute Nederlandstalige kroeg. Het nummer Per Spoor (Kedeng Kedeng) van Guus Meeuwis werd gedraaid. En terwijl wij naar het nummer luisterden (en soms ook meezongen), viel ons een eigenaardigheid op. Beschouw de volgende zinnen:
Van achter een pilaar verschijnt haar lachende gezicht
Voor mijn gevoel lijkt alles langs haar heen te gaan
En ik ren op haar af, zij komt mij tegemoet
En achter ons vertrekt de trein, omdat de trein nu eenmaal verder moet

De vraag is: hoe kun je frontaal op elkaar afrennen en dat er toch een achter jullie beiden is? Op de viltjes tekenden wij verschillende theorieën uit: schuin op elkaar afrennen (lijkt niet logisch), een kuise schouderomhelzing (moeilijk te rijmen met het volgende couplet), aankomst op een station waar je niet 'doorheen' kan (zoals Den Haag Centraal, maar dat is enkel een eindpunt, dus dan gaat de trein niet 'verder'), loopbruggen (die was nog best aardig) of de laatste zin wordt vanuit een onafhankelijke toeschouwende menigte bezien.
Erg bevredigend waren de verklaringen allemaal niet. Een half uur later kwam een meisje bier bestellen. Terwijl ze wachtte, zag ze de viltjes en vroeg ze wat het was. Ik vertelde haar kort het verhaal. Ze keek ons vreemd aan en vond ons overduidelijk maar een stelletje rare kerels dat wij hierover nadachten. Maar ze nam het viltje uiteindelijk wel mee.
Afgelopen week kwam dit verhaal nogmaals ter sprake bij een andere vriendengroep. En er werd besloten maar eens een keer naar ondersteunend bewijs te kijken: de clip. Daaruit leerden wij dat het nummer gaat over een treinreis Breda - Eindhoven. Guus Meeuwis stapt in Eindhoven aan het einde van het perron uit, vervolgens rennen zij beiden op elkaar af, omhelzen elkaar en draaien een paar keer in de rondte, terwijl in de achtergrond de trein vertrekt. Technisch gesproken is het nog steeds geen 'achter ons', maar met wat voorstellingsvermogen valt dit ook wel eronder te scharen. Het probleem leek opgelost.
De volgende dag stonden wij in de kroeg en werd weer Per Spoor (Kedeng Kedeng) gedraaid. En terwijl wij meesprongen op de muziek, kwamen we erachter dat de oplossing voor nieuwe vreemde elementen zorgde. Want als het nummer over de treinreis Breda - Eindhoven gaat, waarom is Guus Meeuwis 's ochtends vroeg vertrokken in de luwte? Dat kan natuurlijk. Dan komt hij ook absurd vroeg aan in Eindhoven. Alhoewel, je weet het nooit met de NS. Maar als hij een tijd lang stil staat is het referein 'Kedeng Kedeng' weer niet zo toepasselijk.
Daarnaast is Guus Meeuwis een echte Brabander en we mogen aannemen dat hij Brabant een beetje kent. Toch zingt hij: 'Ik kom op plaatsen waar ik nooit ben geweest'. Voor zover ik weet stopt de trein Breda - Eindhoven alleen nog in Tilburg. Maar misschien komt hij emotioneel op plaatsen in zichzelf, waar hij nog nooit is geweest. Dat zou nummer gelijk weer een stuk dweperiger maken.
In ieder geval zien we dat een ogenschijnlijk simpel nummer toch behoorlijk veel diepgang in zich heeft. Zo zie je maar weer. Kunst roept vragen op in mensen.

zaterdag 8 januari 2011

Van indie kleding naar nette kleding en weer terug

Vier dagen in de week werk ik in pak en dus heb ik overhemden nodig. Je kunt ook overhemden bij de HEMA kopen, maar dan weet je zeker dat het niets bijzonders wat je koopt. En ik wil wel iets bijzonders. Dan heb ik het gevoel dat ik niet zo'n grijze muis ben. Dat ben ik gelukkig al niet op mijn werk, maar ik zou het zo jammer vinden als je dat op het eerste gezicht wel zou denken. Ik wil een kostuum met indie uitstraling.
Je zou dus verwachten dat als je naar een winkel gaat die adverteert met goede kwaliteit dat die ook een bijzonder assortiment heeft. Dat valt in de praktijk vaak tegen. Het is ongeïnspireerd en veelal hetzelfde. De stof zal best wel van betere kwaliteit zien, maar echt vernieuwend en mooi is het niet te noemen. Toen ik laatst een keer manchetknopen wilde kopen, bleken ze alleen maar de meest standaardvormen te hebben. Het meest creatieve bestond uit een oud één gulden cent muntje. Die was wel grappig, maar die had ik gelijk al een keer bij iemand anders gezien.
Maar het meest vervelende is dat in alle winkels waar je overhemden kunt kopen, het personeel bestaat uit enorme corpsballen. Van die kerels waarvan je kunt zien dat ze jong zijn, dat ze heel arrogant stoer kijken, alsof het echt een hele prestatie is dat ze daar werken. Ze werken echter gewoon in een kledingzaak. (Gelukkig nog wel slechts als bijbaan, zo mag ik hopen.)
In één winkel werd ik door het personeel wantrouwig aangekeken alsof ze in de gaten wilden houden wat ik eigenlijk aan het doen was. Het komt vast niet heel vaak voor dat iemand in redelijk indie kleding even snel wat dure overhemden uitzoekt. (Ik ga me echt niet net kleden, omdat ik nette kleding ga kopen, dat klinkt innerlijk tegenstrijdig.) Ik heb daar maar zo snel mogelijk zo veel geld uitgegeven om te zorgen dat ze er helemaal niets meer van snapte. Misschien niet handig om onbeleefde verkopers in de business te houden, maar ik vind werkkleding kopen nou eenmaal vervelend en ik wil er zo snel mogelijk van af zijn.
De laatste stop had ik meer geluk. Volgens mij was het de eerste werkdag van de corpsbal in kwestie. Hij kwam niet helemaal uit het kassasysteem, mompelde wat binnensmonds en moest door zijn baas laten controleren over hij de spelden voor het tailleren wel goed had gezet. Toen ik afrekende zag ik dat hij wat afgerafelde bandjes om zijn pols had, onder zijn pak. Helaas niet van festivals, maar toch nog een vleugje indie mentaliteit tussen de overhemden en pakken.