zondag 1 augustus 2010

Nieuwe huisgenoten

Vorige weekend kreeg ik van twee van mijn huisgenoten het trieste bericht dat ze gingen samenwonen. Voor hen natuurlijk hartstikke leuk, maar voor ons achterblijvers betekende het dat wij vervangers moesten vinden en we alleen maar konden hopen dat de sfeer zou terugkeren. Mijn woninggenot was sowieso al ietwat onder druk gezet, doordat de huisbaas over elk wissewasje gaat zeuren (zoals dat ik de opslagruimte als opslagruimte gebruik, dat ik gasten soms laat blijven slapen en dat de stofzuiger in de gang staat).
Maar gelukkig konden we afgelopen donderdag al vervangers uitzoeken. Er zat een industrieel ontwerper uit Portugal tussen, die stage liep in Waddinxveen, kunstzinnig aangelegd was en veel van muziek hield. Ik kon het echt direct goed met hem vinden en dat is best zeldzaam. Nadat ik in het overleg na afloop nog even voor hem heb moeten strijden, werd hij uitgekozen als één van de twee uitverkorenen.
Toen kwam vrijdag het échte probleem. Hoe gaan we het onze huisbaas vertellen. Ik besloot in eerste instantie maar er wat omheen te draaien en eerst zijn naam te gebruiken (André) en vertellen wat hij in het dagelijks leven deed. Daar werd de huisbaas al wat sceptisch door, omdat hij opving dat de kerel waarschijnlijk maar tijdelijk zou blijven. Toen ik erbij vertelde dat de kerel geen Nederlands kon (ik moest het wel vertellen, hij zou er vanzelf achterkomen), was hij definitief tegen. Hij vertelde dat hij eigenlijk geen jongens meer wilde, omdat hij daar over het algemeen meer problemen mee had. Hij zou hem geen contract laten tekenen, we moesten maar iemand anders zoeken en als dat niet lukte, dan zou hij zelf wel iemand in ons huis plaatsen.
Ik denk niet dat dat de echte reden was. Mijn huisbaas is bovenal ontzettend gemakzuchtig. Buitenlanders heeft hij geen ervaring mee, dat vindt hij maar moeilijk. En dus wil hij het niet. Het is pure discriminatie, maar wat kunnen wij er aan doen? De enige reden dat wij überhaupt onze eigen huisgenoten mogen uitzoeken, is dat het hem werk bespaart. Als er een kamer vrijkomt, kan hij in principe zelf bepalen wat ermee gebeurt.
Wij hebben dus moeten ingeven en een andere huisgenote aangedragen. Het verhaal met de huisbaas is echter nog niet voorbij. Hij zal wel weer over andere dingen gaan zeuren. Ik zou de strijd aan kunnen gaan, maar het stomme is dat je er zo weinig bij te winnen hebt. Tot een openlijke strijd zal ik het dus niet laten komen, maar de onderhuidse strijd woedt voort. Ik blijf de opslagruimte als opslagruimte gebruiken, mensen mogen nog steeds blijven slapen en de stofzuiger, tsja, die kan op zich wel op een net wat andere plaats staan. Dan heeft die kerel ook het gevoel dat hij iets bereikt heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten