zaterdag 5 juni 2010

Verkiezingen

Na maandenlange voorbereiding zijn komende woensdag dan eindelijk de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Vanuit de individualistische samenleving waarin wij leven zijn verkiezingen eigenlijk maar een raar verschijnsel. De kans dat jouw stem een verschil maakt in de zetelverdeling is buitengewoon klein. Ik kan me niet herinneren dat nationale verkiezingen ooit met één stem verschil beslist werden. Daarnaast kost het wel enige moeite om te gaan stemmen. Dat is niet veel moeite, maar toch: gelet op de ongelofelijk weinige nut dat er tegenover staat, is - rationeel beschouwd - niet stemmen het beste. Dan bespaar je jezelf gelijk de moeite van het erover nadenken.
Toch denken de meeste mensen niet op deze manier. Er gebeurt namelijk ook nog iets anders met stemmen. Doordat je wordt aangesproken te stemmen, word je gedwongen om na te denken over de toekomst van het land. Dat is goed voor je algemene ontwikkeling. Daarnaast voel je je erdoor verbonden met de toekomst van het land. Dat is weer goed voor de sociale cohesie.
Dit proces werkt het beste wanneer mensen eerlijk vertellen wat ze gaan stemmen. Dan krijg je een publiek debat, waarin mensen bijdragen aan elkaars denkproces. Laat ik daarom ook maar eerlijk mijn overwegingen opschrijven wat ik van plan ben te gaan stemmen. Voor wie het namelijk nog niet wist: ik behoor tot de tweede groep mensen, de mensen die wél gaan stemmen.
Als ik de kleine onzinnige partijen even negeer (met inspirerende namen als LEF, Eén, Mens en Spirit, Trots op Nederland, Partij voor de Dieren (ik houd niet eens van dieren, is er geen partij tegen de dieren?)) blijven er nog redelijk wat partijen over. SGP en ChristenUnie vallen voor mij af, omdat ik het op al hun speerpunten met hen oneens ben (abortus, homohuwelijk, weigerambtenaren, aanrechtsubsidie, onderwijsvrijheid) en dat is geen goede basis voor een vertrouwensband. PVV reduceert alle problemen tot de islam, ook als die er niets mee te maken hebben (zoals bijv. het begrotingstekort, wereldeconomie). Zelfs al zou het zo zijn dat de islam onwenselijk oprukt (wat ik betwijfel), dan is dat niet het enige probleem in Nederland en met een beetje botte maatregelen los je het zeker niet op. Daarnaast is Wilders een beetje losgeslagen idioot, die Nederland onveilig maakt (want polariseert alleen maar, biedt mensen geen waardige uitweg), internationale conventies wil schenden (hier komt hij voor uit) en de Nederlandse economie schade aandoet (door imagoschade en niet ingrijpen op probleemdossiers). De SP wil nog steeds niets veranderen aan ons sociale stelsel, terwijl ook wij te kampen krijgen met de eisen van een wereldeconomie. Mensen worden ouder, dat los je niet op door ze maar langer te betalen. De economie wil flexibele mensen, die krijg je niet met ons complexe ontslagrecht (zeker voor ambtenaren). Nederland regeren moet niet gaan over het behalen van een zo goed mogelijke koopkracht op korte termijn, maar een werkbaar systeem op lange termijn.
Dan blijven nog over als opties: CDA, PvdA, VVD, Groenlinks, D66.
Het CDA heeft zich in een lastige positie gemanouevreerd. Zij maken een ouderwets onhoudbaar economisch systeem (de hypotheekrenteaftrek) tot breekpunt, zij sluiten zo ongeveer de PvdA uit en elke week komt Balkenende met een nieuw wanhoopsoffensief. Ik heb het CDA nooit al te veel gevonden, maar nu zijn ze ook hun main selling point: hun stabiliteit. Normaal gesproken kon je CDA stemmen, omdat je wist dat de formatie iets makkelijker zou worden. Nu is het CDA zelf één van belangrijkste complicerende factoren geworden. Het wordt dus geen CDA.
De PvdA begon acht jaar geleden onder Wouter Bos aan de moeilijke opgave de partij te hervormen. Het PvdA moest geen regentenpartij meer worden. Acht jaar later kunnen we vaststellen dat hij gefaald heeft. Job Cohen is een capabele sympathieke en bevlogen man en zou waarschijnlijk een prima premier zijn. Hij heeft alleen geen pretentie meer iets te doen aan de aard van de PvdA. Die rest van de PvdA krijg je met Job Cohen kado. Dat zijn de regenten, die overal willen ingrijpen, blind naar de partijtop luisteren en bang zijn mensen voor het hoofd te stoten. Dat is niet de gehele PvdA, misschien niet eens de meerderheid, maar de PvdA slaagt er niet in deze aard te verliezen. Van mij mag Job Cohen heel ver komen, maar dat mag hij alleen doen. Ik ga hem niet helpen.
Mark Rutte doet het goed in de peilingen. Hij is gegroeid in zijn rol van een onzeker jongetje naar een eloquente verdediger van de Nederlandse schatkist. Ik twijfel niet aan zijn gedrevenheid en ik denk dat hij een prima hervormer kan zijn. Hij zegt ervoor te zullen waken dat het armste gedeelte van de samenleving niet te veel in de verdrukking zal komen. Hij zegt niet iedereen te willen reduceren tot hun economische waarde. Toch denk ik dat zodra de VVD aan de macht is, het bloed zal kruipen waar het niet kan gaan. De begrotings- en inkomenspolitiek zal hard zijn. Het uiteindelijke doel van deze harde en ingrijpende bezuigingen is tweeledig: belastingverlaging en het instandhouden van de hypotheekrenteaftrek. Rutte wil hervormen, maar een zo grote kostenpost en fiscaal totaal onbegrijpelijke maatregel in stand houden. Daarnaast wil hij soms de verkeerde kant op hervormen, zoals de marktwerking in de zorg (wat niet met elkaar kan concurreren, moet toch met elkaar concurreren op basis van arbitraire criteria). Voeg daar aan toe dat hij maar wat bereid lijkt om met de PVV te gaan samenwerken en hij valt definitief van mijn lijstje af.
Wat overblijft zijn Groenlinks en D66. Beide zeer progressieve partijen, die recentelijk onzinnige maatregelen als het referendum en burgermeesterverkiezingen uit hun verkiezingsprogramma hebben gehaald, danwel in de ijskast hebben gezet. Groenlinks is niet langer irrationeel links en beseft tegenwoordig net als D66 welke eisen de moderne wereld aan een land Nederland stelt. Ze zijn beiden van plan problemen aan te pakken als het gaat om het ontslagrecht, de hypotheekrenteaftrek / woningmarkt, een duurzame economische groei, te investeren in onderwijs (al willen ze wel beiden de basisbeurs een lening maken) en de zorg beschermen. Bieden willen ze ook dat Nederland af en toe zijn verantwoordelijkheid neemt (vredesmissies, ontwikkelingshulp). Zij zijn beiden bereid te regeren en eventueel concessies te doen (D66 in iets mindere mate).
Wat dus de doorslag geeft, is in hoeverre je de partij als zodanig kunt vertrouwen. D66 heeft een lange politieke ervaring, waarbij zij vaak van monsterscores naar grote verliezen terugvielen. Zij worden doorgaans wat onzeker halverwege de kabinetsperiode en gaan zich dan steevast op al hun standpunten beraden, zich plotseling tot dé partij van het onderwijs/zorg/referendum bombarderen. Daarnaast is de partij bevolkt met debaters, die politiek benaderen als een spel waarin uiteindelijk het meest redelijk doordachte en beargumenteerde plan zou moeten winnen. De rede is echter weerbarstig en blijkt het nogal eens fout te hebben. Het af en toe funderen van een standpunt in een identiteit (die D66 niet heeft) is daarom zeker niet verkeerd. Het zorgt ervoor dat ik als kiezer meer vertrouwen in de zaak krijg en dat ik begrijp hoe ze bij hun standpunten gekomen zijn en dat ik ook inzicht krijg in hoe ze andere zaken zullen aanpakken.
Groenlinks heeft een solide basis, zal waarschijnlijk zetels winnen, maar niet ongezond veel. Na een lange weg zijn zij langzaam ontwikkeld tot wat zij nu zijn en het is niet te verwachten dat zij plotseling van koers zullen veranderen. Mochten zij gaan regeren, zal dat natuurlijk een nieuwe uitdaging zijn, maar na al die jaren van voorbereiding zijn ze daar klaar voor. Femke Halsema is ook gegroeid in haar rol en werkt niet meer op de zenuwen.
Het wordt dus Groenlinks. Zij krijgen mijn vertrouwen. Ze mogen er iets leuks mee doen en mocht dat goed uitpakken, dan krijgen ze het misschien in de toekomst nog wel een keer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten