zondag 24 oktober 2010

Een moreel dilemma

Een collega van mij begint meerdere malen over één van zijn grote morele dilemma's. Wij vinden dat wanneer iemand sterft of vreselijk lijdt en je zonder uitzonderlijke inspanning bij machte bent om het te stoppen, je moreel verplicht bent dat te doen. Toch geven we weinig geld om armoede in de Derde Wereld te bestrijden. Je kunt het proberen af te schuiven op de inefficiëntie van goede doelen, maar dat is eigenlijk een flauwe reden. Los ervan dat ik denk dat de meeste goede doelen best efficiënt zijn, zou je in het meest extreme geval zelf naar een arm land kunnen gaan en je geld rechtstreeks geven. Je zou kunnen verdedigen dat het welvaartsverschil zo groot is, dat je misschien eigenlijk moreel verplicht bent om dat te doen.
Het is een bekend moreel probleem. Mijn collega vroeg mij als filosoof hierover om een oplossing. Het moest een oplossing zijn die ook uit te leggen is aan de andere kant van het verhaal: de persoon die niets heeft en in armoede lijdt. Ik geloof dat die oplossing er is en dat deze niet eruit bestaat dat je heel karig moet gaan leven en de rest van je geld overmaken naar Afrika. Ik heb die oplossing ook, maar die is zwaar ingewikkeld. Het is mij dan ook niet gelukt hem uit te leggen aan mijn collega. Misschien hing dat ook samen met het late tijdstip.
Maar in essentie komt die oplossing hier op neer: wij hebben morele gevoelens, het is goed dat wij deze gevoelens hebben, wij kunnen niet moreel handelen zonder het morele gevoel erbij. Als dat de situatie is, moet je je ook afvragen waar die morele gevoelens vandaan komen en hoe je dit morele gevoel kunt koesteren en ontwikkelen. Wanneer je probeert moreler te handelen dan je gevoelens, zet je die morele gevoelens onder druk, potentieel tot op het punt dat deze gevoelens het vermogen verliezen handelen te inspireren. En dat zou nog veel slechter zijn. Het mooie morele gevoel gaat dan verloren.
Je zou dus tegen de arme man die niets heeft kunnen zeggen: 'ik vind het erg rot dat je in armoede leeft en ik had het graag anders gezien. Ik ga je echter niet helpen, omdat ik het verder niet kan opbrengen'. Dat lijkt mij een geldig excuus. Maar het werkt alleen wanneer je ook echt je best gedaan hebt. Waarschijnlijk wilde die collega van mij dat niet horen, omdat het impliciet op neer kwam dat hij dus wel iets van geld moest overmaken.
Dostojewski heeft het treffend verwoord in De Gebroeders Karamazov. Monnik Alyosha komt op bezoek bij een dame van twijfelachtig allooi, waarvan de broer in de ban is. De vrouw ziet haar eigen toestand ook als verwerpelijk, maar zij kan niet anders. Ze vertelt het verhaal van een zondaar die na haar dood in een poel met allerlei andere zondaars vreselijk leed en boete deed voor haar daden. Zij wierp wanhopig haar armen omhoog en smeekte om hulp. Een engel kreeg medelijden en bood haar een ui aan. De zondaar greep deze vast en de engel probeerde haar met behulp van de ui uit de poel van verderf te trekken. De andere zondaars zagen wat er gebeurde en probeerden zich aan de vrouw vast te grijpen om zo ook gered te worden. De zondaar probeert de anderen van zich af te houden, maar het zijn er te veel. Dan breekt de stengel van de ui af en valt zij terug in de poel van verderf.
Alyosha en de vrouw die het verhaal vertelde, praten nog door over andere dingen, met name over de broer van Alyosha. Later, wanneer Alyosha weer vertrekt, wil de vrouw hem bedanken voor de interesse die hij in haar getoond heeft. Alyosha voelt zich wat ongemakkelijk en antwoordt: 'Ik heb alleen maar een ui gegeven.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten