woensdag 29 september 2010

Yogales

Al enige tijd ga ik wekelijks naar yoga. Althans, ik zou wekelijks moeten gaan, maar door mijn drukke leven komt het er niet altijd van. Ik ben ermee begonnen, omdat ik altijd wat onrustig ben en ik denk dat het misschien wel goed voor mij zou zijn. Al van aanvang dacht ik er heel slecht in zou zijn, omdat het allemaal draait om ontspannen en ik dat niet zo goed kon.
Gelukkig viel dat wel mee. De meeste mensen zijn er volgens mij niet zo goed in, dus ik kan gewoon gezellig meedoen. En als ik zeg 'gezellig', dan bedoel ik in stilte, want yogalessen zijn niet gezellig. Tijdens de les is iedereen alleen maar zichzelf bezig (dat is het hele idee) en het is nou ook niet zo'n bezigheid waarbij je zegt 'laten we met zijn allen achteraf een biertje doen in de kroeg'.
Daarnaast ben ik er ook wel achter dat de hele ideologie eentje is die haaks staat op de manier waarop ik in het leven sta. Ik wil dingen beleven, vol overal vol gaan en nergens genoegen mee nemen. Yoga streeft naar het niets meer willen, dingen loslaten en tevreden zijn met wat je hebt. Dat botst soms, maar niet altijd. Soms heb ik het gevoel dat de levenslessen achter yoga me proberen te veranderen in iemand die ik helemaal niet wil zijn, maar heel vaak is dat niet. De ideologie is gewoon niet sterk genoeg om mij te overwinnen, hij is niet eens sterk genoeg om veel kwaads aan te richten. Het is dus wel prima zo.
Het is momenteel een best drukke tijd op mijn werk dus de yogales vanavond kwam eigenlijk wel goed getimed. Aan het begin kon ik nog niet goed tot rust komen, maar gelukkig waren de oefeningen vandaag best pittig zodat ik er eigenlijk helemaal in opging.
Alleen aan het einde ging het een beetje fout. Een yogales eindigt altijd met een grote 'eindontspanning' waar je op je rug ligt en helemaal gaat ontspannen. Dus ik lag daar en dacht stiekem toch weer aan allerlei dingen, maar minder dan normaal, dus wat dat betreft was de ontspanning prima aan het slagen. Plotseling begint de yogalerares iets te zingen. In mijn 10 tot 20 yogalessen heb ik dat nog nooit meegemaakt. Het rare was dat het eerste woord 'Una' was en ik even een split second dacht dat ze 'Una paloma blanca' ging zingen. Dat bleek niet zo te zijn. Het was ongetwijfeld één of ander Indisch liedje.
Daarna kreeg ik de instructie dat mijn lichaam 'als vanzelf' op de linkerzij moest rollen. Een lichaam rolt niet als vanzelf op de linkerzij. Ik zal toch echt zelf enkele lichaamsdelen actief in beweging moeten zetten. Uit zichzelf blijft het lichaam lekker liggen waar het ligt. En in dit geval zou dat niet onprettig zijn, want ik lag best lekker op de yogamat. Maar goed, ik voer de instructie toch maar uit (anders lijk ik ook zo opstandig - dus niet yogaproof). Daarna kreeg ik de instructie om 'als vanzelf' weer in kleermakerzit te komen. Wederom voer ik de instructie wat onbeholpen uit, want een lichaam gaat ook niet uit zichzelf naar kleermakerzit. Vervolgens hoor ik: 'probeer of je dezelfde rust hebt behouden van toen je nog op je rug lag'.
Ik dacht: 'Nou, dat is dan bij deze mislukt.'

maandag 27 september 2010

Groningen

Ik werk in Rotterdam, mijn familie woont in Noord-Holland Noord, ik studeerde tot voor kort in Maastricht, de meeste vrienden van mij wonen in Groningen en ik woon zelf in Utrecht. Daarnaast ben ik vaak op pad naar andere plaatsen om daar mensen op te zoeken. Ik ben dus eigenlijk een soort zwerfkei. Ik bind me niet snel aan plaatsen, maar als dat eenmaal gebeurd is, dan ik blijf ik ze trouw.
Toen ik net in Groningen kwam wonen, was ik ook niet bijzonder fan ervan. Maar ik had alles achter me gelaten en was vastberaden iets van mijn nieuwe bestaan te maken. Ik heb mijn tegenslagen gekend, maar na 5 en een half jaar voelde het als thuis. En dat is het nog steeds. Utrecht is langzaam op me aan het groeien, maar aan Groningen kan het nog niet tippen. Ik ga soms tijden niet naar Groningen, maar soms kan de gedachte dat ik er binnenkort weer heen ga voldoende zijn om mij door zware momenten heen te slepen.
Toch, als zo'n moment dan dichterbij komt, denk ik vaak: 'Waar ben ik eigenlijk mee bezig? Groningen is een afgesloten tijd, ik moet doorgaan.' Ik denk vaak: 'Ik moet er niet te vaak heengaan, het moet wel bijzonder blijven.' Ik weet ook wel dat ook in Groningen de dagelijkse sleur kan heersen en dat ik die momenten misschien uit mijn herinnering verdrongen heb, omdat alleen de mooie momenten bijblijven. Als het moment om weer naar Groningen dichtbij komt, krijg ik koudwatervrees en heb ik altijd een moment van twijfel. Ik denk dan: 'Misschien is dit nog niet het juiste moment om terug te gaan. Misschien kan ik nog beter wachten.' Naar mate er minder aanleiding is, zijn zulke gevoelens ook sterker. Het brengt me soms op het punt dat ik denk dat ik beter helemaal niet kan gaan. Er komen andere gelegenheden en in de tussentijd is er nog zoveel moois te ontdekken. Afwezigheid kan het verlangen sterker doen laten groeien. Het is soms niet erg om jezelf dingen te ontzeggen.
Dus wat te doen? Gaan voor de gemakkelijke bevrediging en daarmee de kracht van het verlangen ook te laten afvlakken? Of jezelf dingen ontzeggen om het allemaal nog net wat meer betekenis te geven? In een wereld waarin alle verlangens al veel te gemakkelijk te bevredigen zijn, is het tweede misschien helemaal niet zo'n gekke optie.

zaterdag 18 september 2010

Goedemorgen

Als ik 's ochtends vanaf het metrostation naar mijn werk loop, kom ik langs de broodjeszaak Bram Ladage. Gisterochtend had ik niet bijzonder ruim ontbeten en ik had nog wel honger, dus ik besloot maar even een croissantje te kopen om die onderweg op te eten. Dus ik ga in de rij staan, zet muziek uit en tel alvast 1 euro 15 van mijn kleingeld af.
De laatste klant voor mij is geholpen en de verkoopster zegt met een oerrotterdams accent: 'Goedemorgen!'
'Een croissantje, graag', zeg ik.
'Goedenmorgen!' zegt de verkoopster nog een keer.
Ik ben verward. Misschien heeft ze me niet goed verstaan. Ik zeg dus nogmaals: 'Ik wou graag een croissantje.'
'Ja, maar we hebben alleen goedemorgen.'
Ik sta perplex. Wat is dit nou weer? Ik ben een betalende klant en afgezien van het feit dat ik nog geen goedemorgen heb gezegd, ben ik erg beleefd geweest. Ik ben ook niet altijd zo scherp in de ochtend. Het rechtvaardigt zeker niet zo'n verwijtende toon naar mij. En daarnaast: waarom zou ik verplicht worden om goedemorgen te zeggen tegen zo'n viswijf? Ik moet al zoveel. In de ochtend staat het groeten van winkelpersoneel bijzonder laag op mijn prioriteitenlijstje.
Ik overweeg om mijn geld weer in te pakken en te zeggen: 'Nou, van mij hoeft het dan niet meer.' De verkoopster pakt ondertussen de croissant en mijn geld en voor ik het weet heb ik toch afgerekend. Ik baal ervan en neem mij voor dat de volgende keer dat dit gebeurt ik wel gewoon het kopen van het broodje annuleer. En dan realiseer ik mij dat er waarschijnlijk nooit een volgende keer gaat komen. Je kunt namelijk alleen bits terug reageren als je snel en scherp bent. De kans op wraak is nu verkeken.
Het enige wat ik nog zou kunnen doen is daarom maar overal slechte reclame over de Bram Ladage verspreiden, maar de individuele verkoper zal daar niets van merken. Ze kan nog steeds andere klanten verwijtend aanspreken op hun falen om goedemorgen te zeggen en ze kan zelfs nog geloven dat ze daarmee goed doet, dat ze de zaak een persoonlijke touch geeft. Nou, een persoonlijke touch is het zeker, maar deze touch had beter achterwege gelaten kunnen worden.

vrijdag 10 september 2010

Suikerfeest

Ik stond net bij het stoplicht. Er stond een man naast me in een zwart gewaad. Hij was zwart en had een klein baardje. Hetgeen me het meest opviel aan hem was dat hij slippers droeg. Ik vroeg me af of dat niet erg koud was op een herfstachtige dag. Misschien is dat een oude gewoonte van hem, wat een vreemde eigenschap, betrap ik mezelf op de gedachte.
De auto's rijden weg en ik steek over, omdat er in de verste verte toch geen nieuwe auto's aankomen. De man blijft keurig wachten. Ik kijk een paar seconden later om. Het licht is inmiddels groen geworden en de man steekt over. Hij houdt zich keurig aan de regels, het lijkt alsof hij de autoriteit van de regels niet wil ondermijnen. Ik doe dat wel. Ik volg regels niet (niet lopen als het rood is) als de reden waarom de regel er is (ander verkeer is aan de beurt) op een bepaald niet van toepassing is (er is geen ander verkeer). Ik vind mijzelf bekwaam genoeg om zelf te bepalen wanneer zulke regels wel en niet van toepassing zijn. Maar als ik deze beslissingen op een verkeerde manier zou nemen, is er ook geen autoriteit om mij ter orde te roepen.
De moslim bij het stoplicht doet het op een andere manier. Hij accepteert de regels als beperkingen die nou eenmaal een gegeven zijn, zo stel ik mij zo voor. Misschien vindt hij ons wel doorgeslagen individualisten met geen greintje besef van verantwoordelijkheid. Helemaal ongelijk zou ik hem niet kunnen geven. Maar ik weet kortweg niet wat hij denkt. Want ondanks alle goede bedoelingen ken ik maar een paar allochtonen persoonlijk en die zijn allen hoogopgeleid en redelijk welgesteld. Ik weet niet wat de rest van de allochtonen bezig houdt en wat ze denken. Maar mochten ze negatieve beelden hebben over de Nederlandse samenleving en cultuur, dan zou ik dat niet vreemd vinden. Wij hebben ze daar ook wel reden toe gegeven.

zondag 5 september 2010

Natuurjongen

Er was eens een jongen, een heel vreemde betoverde jongen. Ze zeggen dat hij erg ver rondzwierf, heel erg ver over land en zee. Een tikkeltje verlegen met een treurige blik, maar erg wijs was hij.

En toen op een dag, een magische dag, kruisten onze wegen. En ook al hadden we het over vele dingen, idioten en helden, zei hij dit tegen mij: 'Het belangrijkste dat je ooit zult leren is simpelweg van iemand houden en teruggeliefd worden.'