woensdag 30 december 2009

Terugblik op 2009

Het jaar is bijna voorbij, dus ik begin vandaag al met een terugblik. En het vereist eigenlijk niet zo heel veel nadenken om te bepalen wat voor mij het belangrijkste is wat het afgelopen jaar is gebeurd. Het gaat immers om mijn verhuizing naar Utrecht. Ik ben erg blij met waar ik nu woon en ben hierdoor ook meer tot rust gekomen. Ik kan nu thuis gelukkig zijn zonder dat ik iets bijzonders hoef te ondernemen. Die rust heb ik nooit echt gehad en ik weet niet hoe ik hem gekregen heb behalve dat het iets met mijn verhuizing te maken moet hebben. Dat gevoel wil ik in ieder geval koesteren en meenemen naar de toekomst.
Er zijn natuurlijk wel andere dingen die belangrijk zijn geweest afgelopen jaar. Ik heb een relatie van twee maanden gehad en ook al was het behoorlijk serieus en heeft het inclusief nasleep veel van mij gevergd, ik denk niet dat het een langdurige invloed op mijn leven is.
Daarnaast ben ik ook lid geworden bij de debatvereniging in Utrecht, UDS. Ook al vind ik debatteren maar een redelijk suf spelletje, toch vind ik de sfeer die daar heerst bijzonder fijn en ik denk dat ik daar zeker wel enige vriendschappen aan overhoud. Met name het diesweekend mag legendarisch genoemd worden. Het is fijn om ook in Utrecht een club mensen aan te treffen met dezelfde open levenshouding als Cleopatranen.
Op mijn werk gaat ook alles goed en dat zal ook wel een flinke invloed op mijn verdere leven houden. Tot slot ben ik afgelopen jaar begonnen en gelijk al flink gevorderd met mijn master Fiscaal Recht in Maastricht. Het belangrijkste wat ik daar op termijn van zal overhouden is toch een speciaal gevoel met de stad Maastricht, waar ik ook langzamerhand enkele vrienden heb gemaakt.
Al met al valt het wel mee met de veranderingen in mijn leven dit jaar. Heel verrassend is dat niet. De grootste veranderingen in mijn leven hebben steevast plaatsgevonden in even jaren: in 1984 werd ik geboren, in 1996 ging ik naar de middelbare school, in 2002 ging ik studeren, in 2004 werd ik pas echt actief in Cleopatra, in 2006 ging ik in het bestuur, in 2008 ging ik op wereldreis en begon ik met werken. In oneven jaren lijkt het leven een beetje op dezelfde voet door te gaan. Dat is niet erg. Ook oneven zijn nodig. Al is het maar om de oude veranderingen de tijd te geven een beetje te laten doorwerken.

zondag 27 december 2009

Wel of niet vragen

Ik sprak net iemand die ik ken. Zij vroeg wat ik deze kerstmis had gedaan, ik vertelde erover en vroeg vervolgens hoe haar kerstmis was. Ze was bij haar moeder en broertje geweest. Door mijn hoofd schoot de vraag 'zijn haar ouders gescheiden?' Ik dacht er heel even over om ernaar te vragen, maar verdrong de gedachte. Misschien had ze me dat al een keer verteld en in dat geval zou ik een slechte beurt maken als ik er nog eens naar zou vragen. Het gesprek gaat verder en ik raak er langzamerhand meer van overtuigd dat ze me dat echt niet verteld heeft en dat het dus helemaal geen rare vraag zou zijn. Het was inmiddels al te laat en ik kon de vraag met goed fatsoen niet meer stellen.
Achteraf baal ik een beetje. Ik wil altijd graag attent zijn, maar eigenlijk ben ik er niet zo goed in (al word ik er wel beter in). Als ze het al verteld had, had ik het moeten onthouden. Als ze het niet verteld had, had ik het moeten vragen. Ik weet nu niet hoe ik erachter moet komen hoe het zit. De volgende keer wordt het nog moeilijker om het terloops te vragen. Ik kan hopen dat ik het ergens terloops uit een gesprek kan opmaken, zodat ik mezelf een ongemakkelijk moment bespaar.
Maar de volgende keer dat het in een gesprek relevant wordt, vraag ik het wel gewoon, zelfs al zou ik het eigenlijk al moeten weten. De ervaring leert dat mensen hierover best vergevingsgezind zijn. Het is niet zo zeer dat ik niet weet wat ik eigenlijk zou moeten doen. Het is meer dat ik er op het moment zelf vaak niet de moed ervoor heb en niet durf fouten te maken. Dus ik denk dat het allemaal weer neerkomt op een clichématige levenswijsheid als 'durf om fouten te maken'. Je zou toch zeggen dat ik dat na zo'n 25 jaar wel eens door zou moeten hebben.

donderdag 24 december 2009

Jaren later

Jaren lang geleden was er eens een meisje dat ik behoorlijk leuk vond. Ik had in die tijd niet echt de moed om echt actie te ondernemen. Zij ondernam ook geen echte actie, dus er gebeurde niets. Ik ben het contact volledig met haar verloren. Heel erg is dat niet of zo. Heel lang heeft deze opwelling niet geduurd en er is totaal niets gebeurd, dus ik kon me er zonder al te veel moeite overheen zetten.
Toch dacht ik van de week toevallig aan haar. Ik was toch wel benieuwd hoe haar leven er tegenwoordig eruit zou zien. Ik achtte de kans groot dat ze ergens op het platteland samenwoonde, misschien zelfs getrouwd met kinderen. Waarschijnlijk had ze één of ander leven wat ik op het eerste gezicht aardig saai zou vinden, maar waar ze zelf heel gelukkig van werd.
Ik besloot eens even te kijken of ik op internet iets over haar kon vinden. Via wat logisch afleiden kon ik weer achter haar volledige naam komen, die ik eigenlijk vergeten was. Zonder al te veel moeite had ik haar gevonden. Het blijkt dat ze niet lang na de laatste keer dat ik haar gesproken heb naar Afrika op vakantie is geweest en helemaal weg ervan was. Die passie heeft ze steeds verder ontwikkeld en op het moment runt ze een zelfopgericht weeshuis ergens in het hart van Afrika. Ze heeft inmiddels besloten daar voorgoed te blijven.
Je kan ook geld doneren. Ik denk dat ik dat zo maar even ga doen. Het is per slot van rekening bijna kerstmis.

woensdag 23 december 2009

Een boekje van Bas Haring

Ik heb afgelopen Sinterklaas een boekje van Bas Haring gekregen. Van wie precies weet ik eigenlijk niet, maar ik denk dat het mijn moeder of mijn zus geweest moet zijn. Ik kende Bas Haring niet echt, ik wist alleen dat hij een soort filosoof is, die enige bekendheid bij het grote publiek geniet, maar door academische filosofen niet echt serieus genomen wordt. Ik heb zelf niks op met dit soort popie jopie levensfilosofie, maar misschien is het wel goed dat het er is. Je kunt het grote publiek namelijk niet direct aan het zwaarste filosofische materiaal zetten, want daar snappen ze niets van. Op een soortgelijke manier snap ik niets van allerlei kunst- en muziekstromingen. Je moet je dan eerst in een toegankelijkere variant verdiepen, voordat je aan het zware werk kunt verdiepen. Als je dan eenmaal bij het zwaardere werk bent aangekomen, kan het best zijn dat je in afschuw terugkijkt op de afgezwakte varianten vol concessies die je eerst hebt doorgeploeterd, maar dat is dan eenmaal zo.
Desalniettemin ben ik het boekje toch gaan lezen, omdat ik mij daar min of meer toch een beetje toe verplicht voel en omdat ik niet zoveel beters te doen had. Het ging over 'succes hebben'. De auteur uitte zijn twijfels over of 'succes' op zichzelf beschouwd wel zo wenselijk is. Het is voor hem niet het hoogste goed en op zichzelf beschouwd staat hij redelijk neutraal ten opzichte van succes. Het is prima als hij succes krijgt, maar als hij het niet krijgt, is het verder ook wel prima. Hij lijkt eigenlijk alleen wat waarde te hechten aan wat vage esthetische noties over wat mooier is, dat hijzelf gelukkig is en andere individuele mensen gelukkig zijn. Uit veel meer bestaat zijn filosofie eigenlijk niet.
Heel hoogdravend is het allemaal niet, maar ik heb me op zich best vermaakt, voornamelijk om de aardige anecdothes. Aan zijn betoog heb ik me her en der wel gestoord, omdat hij soms lijkt te zeggen dat het niet belangrijk is om voor waardevolle dingen op te komen. Daarnaast spreekt hij in het geheel niet over waarom mensen überhaupt naar dingen streven en welke rol succes voor het zelfbeeld heeft. Ook het totaal gebrek aan bewondering voor prestaties stoort me. Maar gelukkig argumenteert Bas Haring helemaal niet zo veel, dus vielen dat soort ergernissen wel mee.
Ik had het boekje bijna helemaal uit, toen ik helaas weer een betogend stukje terecht kwam. Ik realiseerde me plotseling dat ik het boekje te danken had aan een familielid van mij. Misschien had die er wel heel goed over nagedacht om dit boekje aan mij te geven. Misschien wilde die wel zeggen 'Leendert, luister eens goed naar Bas Haring. Je moet wat minder naar succes streven en gelukkig leren zijn met de onsuccesvolle dingen des levens'. Ik kon me opeens levendig voorstellen dat mijn familie deze moralistische boodschap aan mij wilde overbrengen. Ik las de laatste pagina's nog wel af, maar meer omdat ik het goed vind om dingen af te ronden (eigenlijk ook een vorm van succes). Daarna heb ik het boekje maar in afschuw opzij gegooid. Als Bas Haring het niet erg vindt, beslis ik wel lekker zelf wat ik met mijn leven ga doen. En als daar succes bij hoort, dan doe ik dat lekker ook gewoon.

zondag 20 december 2009

Het oude zondagmiddaggevoel

Toen ik nog een klein jochie was, waren de zondagen een punt van rust in de week. Het betekende dat mijn vader een plaat van Leonard Cohen opzette en ontspannen op de bank ging zitten en een boek ging lezen. Mijn moeder maakte ondertussen het eten klaar of deed iets anders huiselijks of zo. Dit heeft ervoor gezorgd dat iedere keer als ik naar Leonard Cohen luister, ik word overvallen door een licht nostalgisch gevoel. Even waan ik mezelf terug op die zondagmiddag en verkeer ik in een staat waarin ik geheel vrij ben van verplichtingen. Ik kom tot het besef dat niets hoeft en dat alles vanzelf wel goed zal komen.
Nu ik ouder ben en deze nummers terughoor, let ik voor het eerst in mijn leven ook op de teksten die bij de liedjes horen. Die zijn poëtisch, dromerig en niet zelden gaan ze over de zwaardere kanten die bij een overdaad van seks, drugs en rock & roll horen. Cohen heeft namelijk best een wild leven geleid en hij verbergt dit niet, terwijl hij het ook niet tot het centrale onderwerp van zijn teksten verheft.
Soms betekent dit dat ik een stukje van mezelf terughoor in zijn teksten. Dit is echter maar slecht te verenigen met het nostalgische gevoel wat ik er ook bij heb. Je kunt veel zeggen over die zondagmiddagen, maar ze waren in ieder geval niet heel erg 'seks, drugs en rock & roll'. Ik geloof ook niet dat mijn ouders voordat ze kinderen kregen wel ontzettende wildebrassen waren. Cohen zingt dus vaak over een leven dat mijn ouders nooit echt gekend hebben en dat eigenlijk dichter bij mij dan bij hen staat.
Toch weet Leonard Cohen bij mij het gevoel van het kortstondige moment van bezinning laat op de avond te combineren met het nostalgische gevoel van geborgenheid van de zondagmiddag. Dat gaat ook op voor nieuwere nummers. Vandaag stuitte ik op het nummer 'Closing Time' van het album 'The Future'. Dit album stamt uit de vroege jaren 90, ongeveer dezelfde periode dat de bewuste zondagmiddagen plaatsgevonden moeten hebben. Toch heb ik het thuis nooit gehoord: mijn ouders doen niet aan nieuwe albums, zolang de oude nog werken.
'Closing Time' speelt af in een kroeg, laat in de avond. De bar gaat dicht, niet omdat het een slechte avond is, maar omdat het wel weer mooi geweest is. Cohen beschrijft de waaier aan emoties die bij zijn moment in bedwelmde toestand horen. Over het vooruitzicht zo de bar te moeten verlaten zegt hij:
Looks like freedom and it feels like death
It's something in between I guess

Ik had het zelf niet beter kunnen verwoorden. Ik vermoed alleen dat mijn ouders dit gevoel niet echt zullen herkennen. Ach, het is maar een vreemde band die Leonard Cohen tussen ons schept.

vrijdag 18 december 2009

Onverdiend ijsvrij

De zware sneeuw heeft mij niet ongemoeid gelaten. Ik had gisteren tentamen in Maastricht en kwam door een vertraging van ruim 2 uur uiteindelijk 40 minuten na de start van het tentamen aan op de locatie. De surveillanten mochten mij niet meer naar binnen laten vanwege afspraken. Er is waarschijnlijk nog wel een mouw aan te passen, maar voor het eerst in mijn leven zal ik een herkansing moeten doen. Zoals een goede vriend van mij door de telefoon zei 'Je bent niet echt student geweest, als je ook niet een keer een herkansing hebt gedaan.'
Toch was ik er niet blij mee en na afloop ging ik met wat tentamengangers borrelen. In de autoradio hoorden wij het reisadvies van de NS dat het beter is pas na 7 uur te reizen. Dat leek goed nieuws, maar toen ik om 21u26 de trein vanuit Maastricht nam, ging die niet verder dan Sittard 'wegens gebrek aan personeel'. De volgende trein, de laatste richting het noorden, zou niet verder gaan dan Den Bosch. Ik ben daarom maar teruggegaan en heb overnacht in Maastricht.
Vandaag had ik moeten werken en ik had een poging kunnen wagen om een vroege trein te nemen en nog net iets na 9en binnen kunnen komen. Ergens vond ik ook dat ik dat moest doen. Je krijgt toch betaald van je werkgever en je moet zoveel mogelijk zelf proberen obstakels op te lossen. Er was geen sprake van overmacht, want met een vroege trein had ik nog best op een redelijke tijd op mijn werk kunnen komen. Ik kon het op dat moment echter niet zo goed opbrengen. Ik heb dus even telefonisch contact gehad met mijn directe leidinggevende en die vond het prima als ik vrij zou nemen (vrije dagen heb ik immers nog genoeg) ivm onvoorziene omstandigheden.
Dus kon ik een beetje uitslapen en rustig aan doen vandaag. En ook al heb ik mezelf voorgenomen om vaker een dag vrij te nemen, echt gelukkig werd ik er vandaag niet van. Want ook al ben ik niet onmisbaar, toch heb ik het gevoel mijn collega's in de steek te laten. Daarnaast vind ik dat helemaal geen vrije dag verdiend heb. Je moet eigenlijk een vrije dag nemen als beloning voor hard werk en prestaties. Het tentamen heb ik niet kunnen maken. Ik heb niets gepresteerd, eigenlijk alleen maar gefaald. Met een wat wrang gevoel heb ik het vandaag dus rustig aan gedaan. Ik probeerde niet te veel aan werk te denken, maar gewoon ontspannen blijft onverantwoordelijk aanvoelen.

woensdag 16 december 2009

21 december

Ik ben zelf niet zo heel erg weg van de winter. Sneeuw oogt altijd wel leuk, maar kan de kilte die buiten heerst voor mij niet goedmaken. Ik kan ook nog eens een keer niet schaatsen, dus ijspret zit er voor mij ook niet in. Rest mij niets anders dan om terug te trekken in mijn kamer met warme kleding en hete chocolademelk. Maar zulk soort huiselijkheid is eigenlijk niet aan mij besteed.
Maar misschien nog wel het ergste vind ik dat het daglicht verdwijnt. Ik keek dan ook erg op tegen het bestaan van een werkende burger die de paar schamele uurtjes zon dat we nog hebben binnen de muren van een kantoor slijt. En zo is het vandaag de dag ook, op die 3 dagen in de week dat ik werk. Dat bevalt me helemaal niks, maar heel lang duurt het niet. Het was zo'n 3 weken geleden dat ik voor het eerst in het donker moet ontbijten en nog minder dan een week en dan zijn we op 21 december, de kortste dag. Vier weken daarna is de zon alweer terug bij het ontbijt. Vanaf dat moment krijg ik weer elke dag een klein beetje meer zon, elke dag is er dan een extra reden om blij te zijn.
Voor je het weet is het weer lente. Ik kijk nu alweer uit op de avonden waar ik gezellig op mijn dakterras kan zitten of met vrienden in de stad ergens kan gaan zitten. Ook al is dat nog ver weg, toch word ik blij van de gedachte dat het niet veel erger meer wordt dan dit.
Begin volgende week is het dus zo ver. En dit jaar is 21 december niet alleen voor de terugkeer van het licht een bijzonder aangelegenheid. Ik was laatst in Groningen en het was vreemd om voor het eerst uit te gaan op mijn oude studentenvereniging terwijl zowel Theo, Robert als Stefan er niet was. Theo moest de volgende dag werken, Robert zat in Korea, Stefan in Zweden. Natuurlijk zullen dit soort momenten vaker voorkomen, maar het was voor het eerst. Een mijlpaal zogezegd. Sinds een paar dagen is Robert weer terug, 1 januari begint hij met werken. Op 21 december komt ook Stefan terug van 4 maanden in het buitenland en ook al zal ik er niet bij zijn om hem op te wachten op Schiphol, toch vind ik het een prettige gedachte dat hij weer terug is.
Dus als ik weer een dag moet opstaan in de duisternis van de ochtend en er nog steeds geen licht is als ik de deur uitga, dan tel ik af tot 21 december. Ik weet steeds dat het niet lang meer duurt en dat na 21 december alles weer anders zal zijn.

maandag 14 december 2009

Een brief van de universiteit

Ik kreeg laatst een brief van mijn oude universiteit uit die prachtige stad in het noorden van het land. En nog afgezien van het rode logo op de voorkant, herkende ik ook het Rijksuniversiteit Groningengevoel aan het gebruikte lettertype. Toen ik de envelop openscheurde, zag ik dat de envelop een rode voering had met witte strepen er doorheen. Het was een prachtig stukje werk en ik voelde me gelijk weer trots om een beetje deel te zijn van deze universiteit.
Toch grappig dat ik mij na bijna twee jaar nog steeds verbonden voel met de universiteit. Dat zal misschien deels komen doordat ik nog vaak in Groningen ben en het een topstad vind, maar ook deels omdat ik de RuG gewoon altijd als een heel prettige universiteit heb ervaren.
De brief ging erover of ik mee wou doen aan één of andere onderwijsmonitor. Ik zou dan op internet een vragenlijst moeten invullen en het zou zo'n 10 minuten duren. Normaal gesproken zou ik zulke oproepen volledig negeren. Maar nu kon ik eigenlijk niet meer terug: ik heb het enquêtetje ingevuld, hoor. (Natuurlijk zegt zo'n enquête niks als alleen de tevreden mensen hem gaan invullen, maar misschien kunnen ze er nog wel iets relatiefs over zeggen (ten opzichte van andere jaren, andere universiteiten).)

zaterdag 12 december 2009

We can build an island

Vannacht heb ik iets wonderbaarlijks gedroomd. Zoals vanouds ging het weer over van alles en nog wat. Het ging over het huis naast mijn appartement dat uit enkel een deur bestond, maar daarvan had ik wel de sleutel, wat ik mocht uitleggen aan de politie. Dat lukte vervolgens feilloos, want de politie was bijzonder goed van begrip. Vervolgens ben ik door naar appartement gegaan en kwam ik daar mijn hond (die ik blijkbaar had) tegen. Ik was al een paar dagen niet thuis geweest dus hij had al die dagen niet gegeten. Hij was wat vermagerd, maar zijn stemming leek nog opperbest. Voordat ik wegging heb ik was chocola en kruidnoten achtergelaten voor hem en hem geleerd dat te eten. Toen ik wegging, hoorde ik van mijn buren dat de hond haar wel gebeten had.
Zoals ik dus zei, mijn droom ging helemaal nergens over. Dat heb je soms met dromen. Maar de droom eindigde in ieder geval met een muzieknummer wat ik ter plaatse bij elkaar droomde. Ik speelde een gitaar en het begon als een blues. Tegen de tijd dat het bij de bridge kwam, ging het over in een stukje waar de enige muzikale begeleiding bestond uit het ritmisch slaan op de gitaarkast. De laatste zin van de bridge (We can build an island) herhaalde ik daarna veel terwijl ik met een crescendo aan elektrische gitaren rifjes aan het improviseren was.
Ongeveer op dit punt werd ik wakker met een fijn creatief gevoel. Ik zou het nummer graag willen opschrijven en willen spelen. Er is alleen één probleem: ik kan helemaal geen gitaar spelen. Ik kan eigenlijk geen enkel muziekinstrument spelen. Het is des te verwonderlijk dat ik dus wel bij elkaar kan dromen dat ik een liedje schrijf (en dan in mijn droom daadwerkelijk een nieuw liedje te schrijven). In sommige levensgeschiedenissen zou ik nu naar de winkel rennen om een gitaar te kopen en een paar boekjes die mij moeten leren hoe ik die gitaar moet spelen. Later, als ik zou doorgebroken zijn, zou ik dan in magazines kunnen vertellen over hoe ik mijn eerste nummer gedroomd heb en dat mij geïnspireerd heeft om muziek te schrijven.
Ik denk dat ik het toch maar niet doe. Mijn rush van enthousiasme is onvoldoende om zo'n wild project volledig te voltooien. Ik droom enkel even fijn weg, terwijl in mijn hoofd de magische zin blijft herhalen 'We can build an island'. Ik kan hem hardop niet op dezelfde manier herhalen. Ik koester dus mijn herinnering als iets van echt volledig van mij is en ik nooit aan de rest van de wereld zou kunnen uitleggen.

donderdag 10 december 2009

Vakkenvuller

Gisteren sprak ik een meisje met wel een aardig schattig en romantisch verhaal. De jongen in kwestie was de vakkenvuller op de supermarkt waar zij vaak naar toe ging. De enige reden dat ze er ook vaak naar toe ging, was omdat hij er werkte. Het was ook nog zo'n Spar Express supermarkt, dus het was ook nog eens bijzonder duur om daar als standaard supermarkt heen te gaan. Maar goed, dat hinderde haar blijkbaar allemaal niet, want toch ging ze. Drie keer per dag. Elke dag? Nee, soms ging ze niet. Ze wist namelijk al vrij snel wanneer hij werkte en ging precies op die dagen naar de supermarkt.
Deze situatie ging lang door. Steeds bleef het bij glimlachen en flirterig praten. Na ongeveer een jaar kwam hij met de trieste mededeling dat hij ergens anders ging werken, een degelijke baan nemen. En zelfs op dit ultieme ogenblik vroeg hij haar niet mee uit. Het meisje was geschokt en besloot in haar woede het er verder bij te laten. Ze dacht 'stik er dan maar in'.
Maar toen die woede een paar dagen later éénmaal gekalmeerd was, besloot ze toch actie te ondernemen. Ze ging informatie over hem navragen en heeft hem weten op te sporen.

Je zou verwachten dat het verhaal nu tot zijn bittere conclusie zou komen. En geloof mij, ik zou niets lievers willen dan op dit moment een harde ontknoping in te voegen, waarin wederzijds onbegrip tot pijnlijke situaties leidt. Een beetje cynisme is mij niet vreemd. Maar ik wil de werkelijkheid ook niet te veel geweld aandoen. Het feit is namelijk dat ze hem heeft weten te vinden en dat ze nu al enige tijd een gelukkige relatie met hem heeft. Het blijkt dus dat soms jongens echt gewoon verlegen zijn. De jongen durfde het niet aan de eerste stap te zetten, hij kon het gewoon niet. Zelfs na een jaar met ontzettend veel mogelijkheden heeft hij nagelaten het meisje mee uit te vragen en was hij zelfs tot op het laatste moment ertoe bereid de consequenties daarvan te dragen. Het kwam allemaal niet uit onwil, maar uit onvermogen.

dinsdag 8 december 2009

Duizend ervaringen

In het boek dat ik nu lees, merkt de hoofdpersoon op 'van de duizend dingen die we meemaken, brengen we er hooguit één ter sprake'. Terwijl ik dit typ, luister ik naar snoeioude jazz en hoor ik duizend tonen tegelijkertijd en ik kan ze geen van alle ter sprake brengen. Ik kan een aantal woorden proberen om de totale ervaring te duiden. En zelfs daar zou ik enorme moeite voor moeten doen.
Dat ligt niet specifiek aan de jazz, dat heb ik bij alle muziek. Ik heb ook duizend kleine ervaringen. Ergens in mijn hersenen moet er een selectie gemaakt worden. En van die vele ervaringen zijn er slechts een handvol die ik bewust onderga. Het overgrote deel van die observaties, daar zwijg ik over, niet omdat het mijn persoonlijke geheim is, maar omdat ik inschat dat ik interessantere dingen te vertellen heb. (Of dat echt zo is, is natuurlijk maar de vraag.)
Iedereen kent wel mensen die ontzettend veel mee lijken te maken. Altijd hebben ze wel één of ander verhaal. Vroeger voelde ik mij wel eens de saaie kerel die niet zo'n sprankelend leven had als dat soort mensen. Maar de laatste tijd komt het steeds vaker voor dat ik degene ben die iedere keer wel weer duizend dingen heeft meegemaakt die het vertellen waard zijn.
Toen gisteren na een lang weekend op het werk kwam, kon ik vertellen over een feestje waar ik geweest ben, een sinterklaasavond die ik heb meegemaakt en een verzameling vrienden die ik heb opgezocht. Ik heb het gevoel dat ik veel heb meegemaakt, wel meer dan duizend. Maar ben ik daarin echt zo anders? Is mijn leven echt zoveel interessanter dan het leven van de zwijgende toehoorders? In principe moeten zij ook net zoveel ervaringen hebben gehad, maar zij vinden het blijkbaar niet interessant genoeg om met de wereld te delen. En dat vind ik eigenlijk een beetje jammer.
Ik heb een vriendin die iedere keer als ik haar zie weer in een paar belachelijke situaties terecht is gekomen. Iedere keer vertelt ze het met het grootste gemak, alsof het niets bijzonders is. En voor haar is het ook niets bijzonders. Misschien is het slechts door de manier waarop zij haar ervaringen vertelt, dat ik ieder keer denk dat haar weer iets belachelijks en uitzonderlijks is overkomen. Als meer mensen dat nou zouden kunnen, zou ik het in ieder geval een betere wereld vinden.