donderdag 18 augustus 2011

Amerikanen in Stockholm

Een paar weken geleden was ik in Stockholm. Ik sloot mij aan bij een rondleiding door het koninklijk paleis, een massief blok in het centrum van de stad. Toen het oude paleis was afgebrand, hebben ze begin 18e eeuw er een paleis gebouwd dat leek op Versailles, maar stiekem op elk vlak een beetje onder moest doen voor het grotere broertje. Desalniettemin, was het een geweldig groot gebouw met tal van wachtkamers, dinerskamers, balzalen, enzovoort.
Een ietwat nichterige gids leidde ons door het hele paleis en vertelde ons de ene anecdothes na de andere. Bijna aan het eind van de rondleiding stapte een Amerikaanse dame af op de gids om toch iets te vragen wat haar op het hart lag: "Why doesn't this palace have any towers?'
'They were out fashion, when the palace was built', antwoordt de gids snel en correct.
'Then how did people know it was a castle?' vraagt de Amerikaanse toerist.
De gids viel even stil en keek de vrouw aan om te zien of ze het wel serieus meende. Toen zei hij in een diepe oprechte stem: 'Oh, believe me. They would know.'
De vrouw leek nog steeds niet overtuigd en mompelde nog 'But how?', maar het gesprek was al voorbij en we gingen door naar de volgende zaal.

zaterdag 6 augustus 2011

Een andere vraag

Een paar jaar geleden bracht Neil Young een nieuw album uit, een best goed album naar mijn mening. Omdat mijn vader vroeger altijd dezelfde plaat van Neil Young opzette op zondag, besloot ik het nieuwe album aan hem te laten horen toen ik weer een keer bij mijn ouders was. Uiteraard was mijn vader in eerste instantie onwillig. Hij vindt het doorgaans vervelend als mensen hem iets aanraden. Hij gaat dan met tegenzin luisteren, omdat hij het gevoel heeft dat hij uit beleefdheid geacht wordt het leuk te vinden. Maar die tegenzin kleurt dan zijn ervaring en daardoor vindt hij er bijna nooit iets aan. Dat kan hij dan niet goed verbergen, dus dan is zelfs zijn streven tot beleefdheid mislukt.
In ieder geval liet ik hem stukjes uit het album horen, waaronder het nummer 'Ordinary People', een typisch Neil Young nummer dat 18 minuten lang doorgaat. Hij vond het 'wel aardig' (voor mijn vader is dat een zeer positieve recensie), maar de titel van het nummer deed hem toch aan iets denken. 'Zo heet die ene film ook', zei hij.
'Welke film?' vroeg ik achteloos.
'Nou, Ordinary People.'
'Ehm... ja. Welke film is dat dan?'
'Ordinary People.'
'Ja, dat begrijp ik. Maar welke film bedoel je?'
'Nou, dat zeg ik net. Ordinary People.'
'Ok.' Ik probeerde na te denken over een andere manier om het te vragen. 'Kun je misschien welke film je bedoelt?'
'Nou, Ordinary People.'
Ik nam diep adem en stapte toch maar over mezelf heen. 'Ik snap dat de film Ordinary People heet. Maar ... ehm ... waar gaat de film over?'
'Oh', zei mijn vader. 'Oh, maar dat is een heel andere vraag.'