donderdag 27 augustus 2009

Een milde spijt

Ik neem mezelf voortdurend voor om eerlijk en openhartig te zijn. Vertrouwensbanden ontstaan immers pas als je iets met elkaar kunt delen en inzicht verschaft in wat jou eigenlijk écht bezig houdt. Maar over bepaalde dingen is het toch wat moeilijker om eerlijk over te zijn, juist omdat ze zo dichtbij jezelf staan en al helemaal als ze de ander ook betreffen.
Nu is de waarheid over iemand zelden alleen maar positief. En de keiharde eerlijke mening over iemand is niet iets waar mensen doorgaans goed tegen kunnen. Ik zou zo graag daarboven verheven willen zijn, maar ook ik kan de waarheid hoe andere mensen over mij denken niet perfect verdragen. Toen ik net in de KG van Cleo zat, was er veel kritiek op de keuze van mijn functie. Door de rare situatie in dat jaar, had ik mezelf immers tot hoofd tappers benoemd zonder dat een 'deskundige commissie' daarover haar oordeel had geveld. Die kritiek gonsde overal rond en op een goede avond vroeg ik iemand om zijn deskundige en volledig eerlijke mening. Ik zei er nog bij dat hij vooral eerlijk moest zijn, omdat ik er wel tegen zou kunnen. Ik had het verkeerd. Ik hoorde de dingen waarvan ik eigenlijk wel wist dat ze over mij gedacht werden, maar die ik toch minder goed trok als ze rechtstreeks tegen mij werden gezegd. Ik heb me er toch wel één, twee dagen kut over gevoeld en toen ben ik uiteindelijk toch door vrienden uit het dal gesleept. Ik weet dat ik inmiddels wel tegen de harde waarheid kan, maar toch sterft er iedere keer een klein stukje van je af, als je die tegenkomt.
Maar zelfs als de waarheid in algemeenheid positief is, durf ik hem niet goed uit te spreken. Het is altijd een kwestie van de juiste nuance weten te vinden. Een te overdadig prijzen richting een vriendin kan al snel als romantische interesse worden opgevat. Een te overdadig prijzen naar een romantische interesse kan iemand afschrikken. Ik neem mezelf vaak voor om hierdoor niet te laten weerhouden en te proberen, ondanks dat het moeilijk is, mensen de erkenning te geven die ze verdienen.
Juist als je een meisje begint leuk te vinden, is dat lastig. Ik wil namelijk openhartig en eerlijk zijn en geen gevoelens opbiechten waarvan ik later moet constateren dat ik ze helemaal niet had. En voor een door de wol geverfde scepticus als ik, is dat moeilijk te bereiken. Het gevolg is dat ik vaak toch het lef niet heb en helemaal niets zeg. Dan lijk ik een tikkeltje afstandelijk en onemotioneel, eigenlijk alle eigenschappen die typisch aan mannen gevonden worden, maar dat beeld, dat ben ik helemaal niet. Het is niet uit gevoelloosheid dat ik zwijg, maar uit angst van de consequenties van mijn handelen. Ik wil geen verwachtingen scheppen die ik niet kan waarmaken en ik weet niet wat ik kan waarmaken.
Maar zulke scepsis heeft ook zijn voordelen. Pakweg anderhalve maand geleden had ik met iemand afgesproken en was het reuzegezellig. Door vakantie-omstandigheden konden wij elkaar een tijd niet zien en bij het weerzien klikte het totaal niet. Achteraf gelukkig maar dat ik niet te veel verwachtingen geschapen heb. De enige spijt die ik erover kan hebben dat ik dit misschien eerder had moeten voorzien en er helemaal niet aan had moeten beginnen. Maar dat is gelukkig maar een milde spijt.

vrijdag 21 augustus 2009

Het kwaad bestaat niet

In de Middeleeuwse scholastieke traditie was God het centrum van al het bestaan. En omdat al het bestaan uit God voortkwam, was er ook niet zoiets als de duivel of andere bron van kwaad. Hoe kon immers het kwaad uit God voortspringen? Al het kwaad in de wereld was slechts de afwezigheid van het goede. Het slechte was altijd een gebrek. Een in en in slecht mens was eigenlijk nauwelijks meer mens te noemen en bestond dus nauwelijks.
Dit was dan ook gelijk de oplossing voor het aloude probleem dat drie centrale stellingen onverenigbaar zijn: God is almachtig, God is goed en er is kwaad in de wereld. Inmiddels is het volledige wereldbeeld veranderd, maar toch zijn sporen van een zelfde manier van denken her en der nog zichtbaar.
Ik heb de afgelopen weken een boek gelezen van een objectivistische/libertarische schrijver, waarin niet God, maar de ratio de centrale bron van het bestaan is. Alles wat bestaat, wordt geregeerd door ratio. Natuursverschijnselen, de mens zelf, inclusief zijn handelen hebben allemaal een logisch bron. Het is wel mogelijk irrationeel te handelen, maar alleen bij gratie van het rationele handelen van anderen. Irrationeel handelen is dus parasitair en slechts door rationeel handelen (dwz proberen de omgeving om je heen als een rationeel systeem te beschouwen, waarover je invloed kunt uitoefenen met behulp van je verstand) worden zaken geproduceerd. Wat is die irrationaliteit waar tegen gestreden wordt? Uiteindelijk niet veel meer dan de afwezigheid van de rede. De radicale consequentie van de irrationaliteit is daarom ook net zo hard zelfvernietiging. Collectief parasitair gedrag kon alleen de ondergang van de samenleving inhouden. Het is enkel doordat er nog enkele redelijke wezens zijn dat de irrationelen kunnen overleven. Het kwam op mij over als een geradicaliseerde vorm van Verlichtingsoptimisme.
Tegenwoordig komen deze stromingen wat archaïsch over. De grootse morele dilemma's van de wereld hebben niet meer te doen met zelfopoffering en zelfontkenning (zoals in de Scholastiek) of met productie en onderdrukking (zoals in de strijd om het kapitalisme). De strijd om erkenning is een veelzijdige strijd. We zijn in een fase gekomen waarin de eisen voor het individu steeds hoger worden en er steeds meer authenticiteit van ons wordt verwacht. Dat betekent dat iedereen onderscheidend vermogen moet bezitten en dit anders zijn dan anderen wordt zelf tot deugd verheven. Alles moet interessant zijn, levendig, levenslustig. En alles moet zich keren tegen de saaiheid van het bestaan. En wat is de saaiheid eigenlijk? Uiteindelijk toch weer gewoon de afwezigheid van levendigheid, eigenheid, bijzonderheid, eigenlijk alles wat deugdzaam is. Wederom is er dus een centrale bron van alle deugd gevonden. Het kwaad is wederom niet een kracht die zelfstandig deze droom probeert te vernietigen, maar enkel een eilandje wat nog niet door deze deugd is aangeraakt. Eigenlijk verandert de thematiek in de filosofie niet zo heel veel.