woensdag 29 juli 2009

Dilemma in de Flamencobar

Ik ben deze zomer (deels door omstandigheden gedwongen) toch maar weer solo op reis gegaan. Het betekent aan de ene kant dat je meer je eigen plan kunt trekken, maar anderzijds dat je zelf een daadwerkelijke inspanning moet leveren om andere mensen te ontmoeten. Je zit eigenlijk drie weken lang opgescheept met mensen die je nauwelijks kent en waarvan de interesses, levenshouding en normen zodanig afwijken dat een snelle zielsverwantschap onmogelijk is. En dat creëert dilemma´s die voortkomen uit onbegrip. Misschien is dat juist een reden om alleen op reis te gaan: een soort masochisme en veelheid aan confrontaties met jezelf, waar je uiteindelijk wijzer van wordt.
Neem nu bijvoorbeeld de situatie gisteravond. Ik ben momenteel in Sevilla en was samen met een Australiër, een Deen, een Engels meisje en een Frans meisje naar een tapasbar gegaan. We konden het al snel goed met elkaar vinden en er is geen enkele reden om onderhuidse spanning of aversiteit te vermoeden. We ontmoetten daar een local, die ons de weg wees naar een goede Flamencobar. We gaan daar zitten en worden gegrepen door de prachtige ambience. Omdat het concert is, wisselen we nauwelijks meer woorden uit, alleen om te zeggen hoe mooi we het vinden. Ikzelf zei nog net wat minder dan de rest, voornamelijk omdat ik zo gegrepen was door de prachtige sfeer. De local was ergens halverwege al weggegaan, maar de zaal blijft nog goed gevuld. Ik vond het zo mooi dat ik met alle liefde de gehele nacht daar had kunnen blijven zitten.
Dan plotseling (het zal na ongeveer een uur geweest zijn) zie ik dat na een bepaald nummer mijn gehele gezelschap opstaat en aanstalte maakt om weg te gaan. Om de een of de andere reden (wellicht slordigheid?) ben ik niet in de beslissing betrokken, maar men heeft besloten te vertrekken. Aangezien ze zich al naar de deur bewegen, heb ik ongeveer 10 seconden om een passende reactie te verzinnen. Aan de ene kant wil ik mijn nieuw gevonden vrienden niet voor het hoofd stoten (ik kom ze waarschijnlijk de volgende dag nog tegen), aan de andere kant wil ik zelf niets liever dan blijven, desnoods alleen. Ik weet dat ik geen enkel probleem zal hebben de weg terug te vinden.
Ik dacht later hoe mijn beste vrienden dit dilemma opgelost zouden hebben. En ik kan me eigenlijk niet anders voorstellen dat hun reacties totaal verschillend zouden zijn geweest. De één was zonder meer meegegaan met het groepje, ongeacht hoe geweldig hij het in de bar gevonden zou hebben. De ander zou achter het groepje aangegaan zijn om ze over te halen om te blijven (waarna hij zich gemakkelijk neergelegd zou hebben bij de genomen beslissing). Weer een ander was blijven zitten en had het moment dat iedereen wegging direct gereageerd met iets als ´wat zijn we aan het doen? Laten we gewoon hier blijven zitten en kijken.' Een goede vriendin van mij was waarschijnlijk erachteraan gegaan en vooral haar verbazing geuit (waarna ook zij waarschijnlijk mee terug was gegaan). En er is zelfs een enkele vriend van mij die stug was blijven zitten en iets gedacht had als ´ze doen maar´.
Dat waren waarschijnlijk allemaal betere reacties geweest dan wat ik in 10 seconden kon verzinnen. Ik twijfelde de volle 10 seconden en besloot toen toch maar mee terug te gaan vanuit een soort misplaatst gevoel van ´samen uit, samen thuis´. (Dergelijke normen bestaan tussen reizigers niet.) Ik ging gedwee mee en met elke stap die ik terug zette groeide de spijt over mijn beslissing. Maar ik besefte ook dat ik nu niet meer terug kon: de magie van het moment zou verloren zijn.
Alles wat nu nog van de avond rest, zijn een handjevol herinneringen in een Flamencobar in de wijk Triana van de prachtige stad Sevilla.

woensdag 22 juli 2009

Zelfredzaamheid

Het overgrote gedeelte van mijn leven ben ik single geweest, zelfs over de afgelopen paar jaar. En zelfs wanneer ik een relatie had, leek het op de een of de andere manier steevast uit de omstandigheden te volgen dat wij weinig morele steun aan elkaar hadden. Uiteindelijk moest iedereen het voor zichzelf uitvogelen.
Met mijn directe familie ben ik niet heel erg close. Pogingen tot toenadering strandden vaak op wederzijds onbegrip. En zo komt het vaak voor dat het hebben van familie eerder een bron van problemen is dan de oplossing daartoe. Het zijn misschien dezelfde soort familieruzies waar iedereen wel eens mee te maken krijgt. Het is dan wellicht ook meer mijn eigen keuze dat ik ze weinig in mijn zorgen betrek.
De enige groep mensen die wel een steun en toeverlaat voor mij zijn, zijn mijn goede vrienden en die waardeer ik dan ook boven alles. Het is niet gemakkelijk om snel in zo´n vertrouwenspositie te komen (de opbouw van vertrouwen vergt nu eenmaal tijd), maar er eenmaal een vertrouwensband is, ben ik ongelofelijk trouw aan de andere persoon.
Maar er is maar een beperkte hoeveelheid dingen waarmee je je vrienden wilt belasten. Je kunt niet voor elk wissewasje naar ze toerennen en ik zou niet graag vriendschappen onder druk zetten door veeleisend te zijn. Dit alles maakt dat ik het overgrote deel van de uitdagingen des levens alleen moet oplossen. Voor veel van mijn dagelijkse beslommeringen verwacht ik geen steun van anderen. En als ik terugkijk, ben ik zo altijd al geweest. Ik haal trots uit een zekere zelfredzaamheid, ook al betekent het dat ik soms het gevoel krijg dat ik altijd alles alleen heb moeten doen.
Misschien is dit wel de moderne toestand. Mensen zijn zulke complexe wezens geworden dat er maar een beperkte hoeveelheid zaken is waarbij je werkelijk iets hebt aan de hulp van andere mensen. De grote uitdagingen van de wereld zijn iets wat iemand noodzakelijk alleen moet ondergaan.
In Winesburg, Ohio (1919) van Sherwood Anderson staat het verhaal van Alice. Alice woont in het kleine Amerikaanse dorp Winesburg en heeft ondanks het gemoedelijke imago van small town USA niemand om haar persoonlijke beslommeringen mee te delen. (Dat geldt in dat boek voor iedereen trouwens, maar dat is een ander verhaal.) Alice denkt na over haar lot en komt uiteindelijk tot een conclusie. "[She] began trying to force herself to face bravely the fact that many people must live and die alone, even in Winesburg."